Stel, je bent ondernemer en rond de 50 jaar. Het is hard werken voor jou en je partner, maar je houdt van je vak en de zaken gaan gemiddeld goed. Je kids puberen zich langzaam maar zeker richting de arbeidsmarkt of studeren verder.

De financiële vragen van een ondernemer in de vijftig

  • Er zijn zakelijk en privé zeker reserves opgebouwd, maar wat doe je daarmee?
  • We wonen leuk, maar misschien iets groters?
  • Wel of niet investeren in uitbreiding en/of vernieuwing van de zaak?
  • Wat en hoeveel reserveren voor de kinderen?
  • En pensioen: wordt het niet eens tijd om daar naar te kijken?
  • Beleggen, is dat wat voor ons misschien? Of toch maar beter sparen?
  • Oh ja, wordt het niet eens tijd voor een (update van een) testament…?

Al deze vragen zijn meer dan logisch. Je werkt hard voor je centjes en wilt die daarom zo goed mogelijk besteden. Maar wat is wijsheid? Daar worden in de praktijk heel wat uurtjes over afgepiekerd!

Waarom een financieel planner onmisbaar is
Er zijn gelukkig genoeg adviseurs die heel goed ondernemers kunnen helpen. Serieuze planners werken als een soort ‘huisarts’: ze helpen met de diagnose en het maken van een degelijk plan van aanpak. En meestal helpen ze je graag met de concrete uitvoering, zelf of door het inschakelen van experts. Want net zoals jij als ondernemer, kan een planner ook niet voldoende deskundig zijn op alle financiële deelgebieden tegelijk.

Een paar maanden geleden sprak een planner zo’n echtpaar. Ze namen gelukkig de tijd om samen een goed financieel lifeplan op te zetten. Er was echter iets wat hun meer dan gebruikelijke aandacht had, maar dat bleek pas toen hun plan goed in de steigers stond.

Beleggen als onderdeel van je financiële strategie
Toen ze merkten dat hun planner genoeg wist van beleggen om hen hiermee te helpen, kwam er ruimte voor de verdieping: waar werden die beleggingen eigenlijk ondergebracht? Wat ze namelijk absoluut niet wilden, is dat hun geld naar bedrijven gaat die de wereld niet beter maken.

Duurzaam beleggen: goed voor je toekomst en die van je kinderen
Wat bleek? Hun twee pubers hadden maar heel weinig energie, tijd en aandacht voor andere zaken als TikTok, Snapchat, Instagram en WhatsApp… Dag in dag uit verdween hun tijd en goede humeur in de vele uren schermtijd… Dus s.v.p. geen geld naar de Google’s en Meta’s van deze wereld.

Sterker: ze wilden juist investeren in zaken die echt konden zorgen voor een betere en leefbare wereld. Voor hun kinderen en hopelijk later kleinkinderen. Zij wisten niet of en waar dat zou kunnen. Gelukkig kon deze planner verwijzen naar een voor hen passende club die duurzaam beleggen serieus neemt.

Jouw plan, op maat gemaakt
Misschien vind jij duurzaam beleggen minder belangrijk, of reserveer je liever meer geld op een spaarrekening voor zakelijke tegenvallers of financiële ondersteuning van je kinderen. Prima natuurlijk. Het gaat er altijd om dat jij en je gecertificeerd Financieel Planner samen komen tot een plan dat echt van en voor jou/jullie is. En dat je dat plan maakt met een planner die zijn of haar certificeringen op orde heeft: maar dat is voor jou als serieuze ondernemer natuurlijk een no-brainer…!

Sparen voor een reis, een auto, misschien zelfs een eerste huis – dát zijn de dingen waar veel jongeren zich mee bezighouden. Logisch. Want pensioen? Dat is nog zó ver weg, dat voelt bijna als een andere planeet.

Toch zijn veel jongeren al begonnen
Misschien zonder dat je je er bewust van bent, bouw je nu al pensioen op via je werkgever. Iedere maand wordt er een bedrag voor je opzijgezet. Dat geld verdwijnt niet in een zwart gat – het wordt belegd en groeit in de loop der jaren uit tot een mooi vermogen voor later. Pensioen is namelijk niets anders dan geld dat voor jou wordt beheerd, zodat je straks kunt blijven leven zoals je nu gewend bent.

Niet iedereen bouwt pensioen op
Werkgevers zijn niet altijd verplicht om een pensioenregeling aan te bieden. En als je in loondienst werkt zonder pensioenregeling, of als je zzp’er bent, bouw je dus niet automatisch iets op. Dan is het helemaal belangrijk om even stil te staan bij je financiële toekomst. Want als jij nu niets regelt, is er straks ook niets geregeld.

Later lijkt ver weg, maar tijd werkt in je voordeel
Als jongere heb je één enorm voordeel: tijd. Geld dat je nu opzijzet voor later, heeft nog tientallen jaren de tijd om te groeien. Door rente-op-rente en beleggingen kan een relatief klein bedrag nu, later een aanzienlijk kapitaal opleveren. Het kost nu misschien een beetje, maar het levert je in de toekomst veel meer op.

Wat kun je verwachten?
Sta eens stil bij de vraag: als ik doorga zoals nu – hoeveel pensioen heb ik dan straks? Veel pensioenuitvoerders bieden handige tools om dat uit te rekenen. Je kunt ook inloggen op www.mijnpensioenoverzicht.nl om te zien wat je tot nu toe hebt opgebouwd.

Is dat voldoende om van te leven? Past dat bij jouw wensen voor later? Denk aan wonen, reizen, kinderen, vrijheid. En stel jezelf dan de vraag: wil ik er op vertrouwen dat het ‘vanzelf’ goedkomt – of wil ik het nu zelf in de hand nemen?

Zelf iets regelen hoeft niet ingewikkeld te zijn
Er zijn genoeg mogelijkheden om aanvullend iets voor je pensioen te doen, op een manier die bij jou en jouw leven past. Denk aan fiscaal voordelig beleggen via lijfrente. Kleine stapjes kunnen op lange termijn een groot verschil maken.

Tot slot
Je pensioen voelt misschien als iets voor ‘later’. Maar juist door er nu een beetje aandacht aan te geven, kun je er straks veel profijt van hebben. En weet je: hoe eerder je begint, hoe makkelijker het is. Je hoeft het niet alleen te doen – een financieel planner kan je helpen om te ontdekken wat bij jou past.

Plan well to live well – en durf ook nú al te kiezen voor je financiële toekomst!

 

Met veel passie en energie bezig zijn met de dagelijkse dingen binnen je eigen bedrijf is een kenmerk van veel ondernemers. Een eigen bedrijf voelt als je eigen kind en daar ga je vol voor. Stilstaan bij de dagen die in de (verre) toekomst gaan komen, gebeurt weinig, ervaren financieel planners.

Van onbewust naar bewust
Een belangrijk aspect van het werk van een financieel planner is ondernemers bewust te maken van deze (verre) toekomst. Vragen die dan gesteld worden zijn bijvoorbeeld:

  • Wanneer zou je met pensioen willen en realiseer je je dat de AOW nu pas ingaat vanaf 67 jarige leeftijd en gekoppeld is aan de levensverwachting? Voorbeeld: Een ondernemer die nu 45 jaar oud is, ontvangt pas AOW op de leeftijd van 68 jaar en 8 maanden. Uit vele gesprekken die financieel planners hebben met ondernemers, blijkt dat de “gemiddelde” ondernemer niet zo lang wil wachten op zijn of haar pensioen.
  • Hoeveel pensioeninkomen heb je nodig als je stopt met je bedrijf? Het huidige AOW bedrag voor gehuwden is bruto € 1081,50 per maand per persoon. Voor veel ondernemers is dat veel minder dan hun huidig inkomen.

Jouw bedrijf als pensioen?
Regelmatig horen financieel planners ondernemers zeggen dat zij “later” hun bedrijf verkopen en dat de opbrengst moet zorgen voor voldoende inkomsten tijdens de pensioenperiode. Een interessante vervolgvraag die financieel planners dan kunnen stellen is: “Wil je echt afhankelijk zijn van de verkoopopbrengst van je bedrijf?” In de praktijk blijkt dat ondernemers zich dan toch realiseren dit liever niet te willen. Men weet immers niet hoe de toekomst zich gaat ontwikkelen en wat dat betekent voor de waarde van hun bedrijf. Denk maar eens terug aan de Coronaperiode en wat dat betekende voor bijvoorbeeld de verkoopwaarde van vele Horecabedrijven.

What’s my number?’
In Amerika schreef Lee Eisenberg een bestseller met als titel ‘The number’. Hij bedoelde hiermee de berekening van het bedrag dat mensen nodig hebben om bijvoorbeeld een fijne pensioentijd te kunnen hebben. De financieel planner is bij uitstek de persoon die deze berekening met en voor zijn klanten kan maken. Waar de meeste mensen in loondienst automatisch pensioen sparen via hun werkgever, bouwen ondernemers dit niet automatisch op en zijn zij hiervoor op zichzelf aangewezen.

Oplossing en meer weten?
Is het erg dat ondernemers niet automatisch pensioen opbouwen? Ondernemers zijn gewend om verantwoordelijkheid te nemen dus dat hoeft niet erg te zijn. Belangrijk is om te realiseren dat er vele aspecten een rol spelen bij de opbouw van pensioen. Hierbij kun je denken aan fiscale en juridische zaken, maar ook aan de vraag hoeveel geld nodig is en hoe dit geld kan renderen. Een financieel planner is opgeleid om ondernemers hierbij passend te begeleiden, nu en in de toekomst.

In het vorige artikel hebben we besproken wat lijfrente is en waarom het slim kan zijn om geld opzij te zetten op een lijfrenterekening. Nu gaan we in op wat je moet doen als je lijfrente vrijkomt. Wat zijn je mogelijkheden? Hoe verhoudt dit zich tot je pensioen? En waar moet je op letten om ervoor te zorgen dat je een goede keuze maakt?

Wanneer komt je lijfrente vrij?
Je lijfrente komt vrij op het moment dat je de einddatum bereikt die je hebt afgesproken met je bank, verzekeraar of beleggingsinstelling. Meestal is dit rond je pensioenleeftijd, maar je kunt ervoor kiezen om het eerder of later te laten ingaan, afhankelijk van je financiële situatie en andere bronnen van inkomen zoals je AOW of werkgeverspensioen.

Wat zijn je mogelijkheden?
Wanneer je lijfrente vrijkomt, heb je een aantal keuzes hoe je het geld wilt ontvangen. Je kunt het bedrag niet in één keer opnemen; de belastingdienst heeft strikte regels om te voorkomen dat je het volledige bedrag ineens ontvangt zonder belasting te betalen. In plaats daarvan kies je voor een periodieke uitkering. Daarbij heb je de keuze uit verschillende uitkeringsperiodes van minimaal 5 jaar, maar 10, 20 jaar of zelfs levenslang is ook mogelijk.

Je kunt kiezen voor een vast maandelijks gelijkblijvend inkomen, maar je kunt ook kiezen voor een flexibele uitkering; je lijfrentevermogen wordt dan doorbelegd in aandelen en obligaties. Je uitkering kan daardoor jaarlijks wisselen.

Ook is het mogelijk te variëren in uitkeringshoogte door de eerste vijf of tien jaar een hogere uitkering te ontvangen en daarna een lagere. Dit kan handig zijn als je bijvoorbeeld in de eerste jaren van je pensioen meer wilt besteden (bijvoorbeeld aan reizen) en later minder nodig hebt.

Hoe verhoudt de lijfrente zich tot je andere pensioeninkomen?
Het is belangrijk om te kijken naar je totale financiële situatie voordat je beslist hoe je je lijfrente wilt laten uitkeren. Heb je genoeg aan je AOW en werkgeverspensioen, of verwacht je dat je extra inkomen nodig hebt om je gewenste levensstijl te behouden? Door je lijfrente-uitkering slim te plannen, kun je voorkomen dat je in de eerste jaren van je pensioen te weinig of juist te veel geld ontvangt.

Een goed moment om je financiële planning te herzien, is wanneer je lijfrente vrijkomt. Kijk naar je huidige vaste lasten, verwachte toekomstige uitgaven en eventuele aflossingen van je hypotheek. Op basis hiervan kun je bepalen hoe je je lijfrente het beste kunt inzetten.

Waar moet je op letten?
Bij het kiezen van je uitkeringsvorm zijn er een aantal zaken om rekening mee te houden:

  • Belastingdruk: Over de uitkeringen die je ontvangt, moet je inkomstenbelasting betalen. Als je verwacht dat je na je pensioen in een lagere belastingschijf valt, kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om een deel van je lijfrente-uitkering later te laten ingaan. Zo betaal je minder belasting over de uitkeringen.
  • Kosten van de aanbieder: Verschillende aanbieders hanteren verschillende tarieven voor het beheren en uitkeren van je lijfrente. Het loont om deze kosten te vergelijken, want ze kunnen invloed hebben op het uiteindelijke bedrag dat je ontvangt.
  • Rendement versus zekerheid: Als je hebt gekozen voor een beleggingslijfrente, houd er dan rekening mee dat de waarde van je uitkering kan fluctueren, afhankelijk van de beleggingsresultaten. Als je op zoek bent naar zekerheid, kun je ervoor kiezen om je lijfrente over te zetten naar een vaste uitkering via een bank of verzekeraar. Dit biedt stabiliteit, maar ook een lager rendement.

Wat als je lijfrente vrijvalt en je nog geen pensioen nodig hebt?
Het kan voorkomen dat je lijfrente vrijkomt, maar dat je nog geen behoefte hebt aan extra inkomen, bijvoorbeeld omdat je nog werkt of voldoende inkomen hebt uit andere bronnen. In dat geval kun je ervoor kiezen om de uitkering van je lijfrente uit te stellen. Door het uitstel kan je geld langer doorgroeien en bouw je mogelijk meer op, waardoor je later een hogere uitkering ontvangt. Je lijfrente moet ingaan tot uiterlijk vijf jaar na het bereiken van je AOW-leeftijd.

Conclusie
Wanneer je lijfrente vrijkomt, is het belangrijk om goed na te denken over de verschillende opties die je hebt. Of je nu kiest voor een tijdelijke of een levenslange uitkering, een vaste lijfrente of een flexibele uitkering, de juiste keuze hangt af van jouw persoonlijke situatie en toekomstplannen. Houd rekening met je totale pensioeninkomen, je belastingpositie en de kosten van de aanbieder. Door je lijfrente goed te plannen, zorg je ervoor dat je op een fiscaal voordelige en stabiele manier kunt genieten van je pensioen.

Laat je vooral adviseren door een gecertificeerd financieel planner om zeker te weten dat je de beste keuze maakt voor jouw situatie. Het gaat immers om jouw financiële zekerheid voor later.

Je inkomen voor later komt vaak uit verschillende potjes. Die potjes noemen we de pensioenpijlers. Er zijn er vijf (of zelfs zes, als je doorwerkt na je pensioen). In dit artikel kijken we naar de 3e pijler: lijfrente. Wat is het, hoe werkt het, en waarom kan het interessant zijn?

Wat is lijfrente?
Lijfrente is een soort persoonlijk pensioen dat je zelf opbouwt. Het is een extra potje, naast wat je krijgt van de overheid en eventueel van je werkgever. Je hebt zelf de regie over dit potje: je bepaalt zelf hoeveel je opzij zet en bij welke uitvoerder. Dit maakt lijfrente aantrekkelijk voor zzp’ers, mensen met weinig pensioen via hun werkgever, of iedereen die wat extra’s wil sparen voor later. Er gelden (uiteraard) wel fiscale voorwaarden en grenzen.

Hoe werkt het?
Bij lijfrente zet je geld apart bij een verzekeraar, bank of beleggingsinstelling. Zij keren dat geld later in termijnen aan je uit, meestal vanaf je pensioendatum of een ander moment dat je kiest. Er zijn verschillende soorten lijfrentes. De oudedagslijfrente is de meest voorkomende vorm. Je ontvangt vanaf je pensioendatum een vaste uitkering voor een aantal jaren of levenslang.

Het voordeel van lijfrente is dat het fiscaal voordelig kan zijn. De inleg is nu fiscaal aftrekbaar en over de uitkeringen later betaal je belasting. Vooral als je op dit moment in een hoger belastingtarief zit dan je na je pensioen verwacht te hebben.

Waar kun je lijfrente opbouwen?
Er zijn verschillende opties om lijfrente op te bouwen. Je kunt terecht bij verzekeraars, banken of beleggingsinstellingen. Het hangt af van jouw persoonlijke situatie en voorkeuren. Ga je al richting pensioenleeftijd en wil je zekerheid? Dan is een lijfrenteverzekering of een bankspaar-lijfrente een goede keuze, waarbij je een vaste uitkering krijgt. Zit je nog ver van je pensioenleeftijd af en kun je meer risico nemen in ruil voor een hoger verwacht rendement? Dan kun je kiezen voor een beleggingslijfrente bij een bank of beleggingsinstelling, waarbij je geld belegt in bijvoorbeeld aandelen of obligaties.

Is lijfrente iets voor jou?
Lijfrente is voor veel mensen een waardevolle aanvulling op hun pensioen. Als je zelfstandig ondernemer bent, of geen of weinig pensioen hebt via je werkgever, is het misschien wel noodzakelijk. Maar ook als je wel een pensioenregeling hebt, kan het slim zijn om extra geld opzij te zetten voor later. Heb je genoeg aan je AOW en pensioen? Of wil je jezelf wat meer inkomen geven om bijvoorbeeld die hobby te blijven uitoefenen, te reizen, of onverwachte kosten op te vangen? Ook als je al wat ouder bent en bijna met pensioen gaat, kan lijfrente interessant zijn. Doordat je de inleg kunt aftrekken van de belasting, levert het nog steeds fiscaal voordeel op.

Begin op tijd (maar beter laat dan nooit!)
Het advies is om zo vroeg mogelijk te beginnen met het opbouwen van lijfrente. Hoe eerder je start, hoe meer je kunt opbouwen en hoe lager je maandelijkse inleg kan blijven. Maar ook als je pas later begint, biedt lijfrente voordelen zoals belastingvoordeel en mogelijk rendement. En dat kan net het verschil maken voor je toekomst.

Conclusie
Lijfrente biedt een flexibele manier om extra pensioen op te bouwen. Of je nu zelfstandig ondernemer bent, een aanvulling zoekt op je pensioen via je werkgever, of simpelweg meer financiële vrijheid wilt na je pensioen: met lijfrente kun je fiscaal voordelig sparen voor later. En zelfs als je al bijna met pensioen gaat, kan het nog steeds een slimme keuze zijn om je inkomen voor later veilig te stellen. Een CFP-gecertificeerd financieel planner kan je verder helpen en jou adviseren bij het maken van keuzes die passen bij jouw persoonlijke situatie.

Een half jaar geleden schreven we over de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen, waar de Eerste Kamer op dat moment net mee had ingestemd. Zie ons eerdere artikel van 13 juni 2023. We zijn nu een half jaar verder. Wat is er gebeurd in de tussentijd en wat kun je nu zelf al doen?

Wat zijn de belangrijkste veranderingen?
Een belangrijke verandering is dat het pensioensysteem wijzigt van een toegezegde pensioenuitkering naar een premietoezegging. Dat is vooral van belang voor mensen die nu pensioen opbouwen. Dit betekent dat er premies worden ingelegd en belegd om een persoonlijk pensioenvermogen op te bouwen, in plaats van een gegarandeerde uitkering op pensioendatum.

Zoals het er nu naar uit ziet gaat het nieuwe systeem ook gelden voor de nu al opgebouwde pensioenen. Dit wordt in vaktaal “invaren” genoemd. Verder verandert het nabestaandenpensioen. Dit wordt ook wel het weduwen- en wezenpensioen genoemd. Het inkomen dat de partner en eventuele kinderen krijgen na overlijden van de persoon die het pensioen opbouwt. Op dit moment is in veel regelingen het nabestaandenpensioen verschillend geregeld. In de nieuwe wet wordt dit meer gestandaardiseerd.

Sociale partners en pensioenuitvoerders zijn op dit moment aan zet
Achter de schermen wordt nu hard gewerkt door werkgevers- en werknemersvertegenwoordigingen om te komen tot een nieuwe regeling. Er wordt onderhandeld over hoe de regeling eruit komt te zien en hoeveel geld er ingelegd wordt. Als de regeling vastgesteld is, kan de uitvoering beginnen. Je werkgever of pensioenfonds kan je op de hoogte houden van de voortgang.

Wat kun je nu al zelf doen?
Ga eens na hoeveel pensioen voor jou is opgebouwd.
Op www.mijnpensioenoverzicht.nl kun je zien hoeveel pensioen je in de toekomst kunt verwachten.

Maar je inkomen voor later bestaat niet alleen uit pensioen dat je bij je werkgever opbouwt of hebt opgebouwd:

  • Je krijgt ook een AOW-uitkering van de overheid. Op welke leeftijd deze uitkering ingaat kun je checken op de site van de Sociale Verzekeringsbank, die voor de uitvoering van de AOW zorgt.
  • Daarnaast kun je fiscaal vriendelijk bijsparen (of beleggen). Hiervoor zijn verschillende termen in gebruik, zoals lijfrente, banksparen of aanvullend pensioensparen. De inleg hierop is fiscaal aftrekbaar en zorgt vanaf AOW-leeftijd voor een maandelijkse aanvulling op je AOW en pensioen. Vanaf 2023 is de toegestane inleg fors verhoogd!
  • Verder kun je je inkomen aanvullen vanuit vrij vermogen -als dat beschikbaar is- en ook de eigen woning en hypotheek hebben invloed op je inkomen voor later.

Het is goed om overzicht te hebben in je financiële toekomst. Steeds meer werkgevers helpen hun medewerkers om dit goed in beeld te krijgen. Zij bieden medewerkers een gesprek aan met een financieel planner, zodat de medewerker weet wat hij/zij kan verwachten en aan welke knoppen hij/zij zelf kan draaien. Zodat je weet welke keuzes je hebt en wat daarvan de financiële gevolgen zijn. Vraag er eens naar bij je werkgever.

Kijk vooruit; denk nu aan later! Ga in gesprek met een financieel planner
Met de Wet Toekomst Pensioenen staat Nederland aan de vooravond van een nieuw tijdperk in de pensioenwetgeving. De nieuwe regels zorgen voor meer flexibiliteit en persoonlijke keuzemogelijkheden, maar vragen ook om bewuste en weloverwogen beslissingen.

Het is van belang dat mensen zich goed laten informeren en adviseren door experts op het gebied van pensioenen, zoals financieel planners. Door nu actie te ondernemen en in gesprek te gaan met een gecertificeerd financieel planner, leg je een goede basis voor een financieel stabiele toekomst en kun je optimaal profiteren van de keuzes in het nieuwe pensioenstelsel.

 

Na jaren van onderhandelen is het nu eindelijk zo ver: Nederland krijgt een nieuw pensioenstelsel. De eerste kamer heeft op 30 mei jl. ingestemd met de Wet Toekomst Pensioenen. Deze nieuwe wetgeving zal het huidige pensioenstelsel veranderen. De wet treedt in werking op 1 juli 2023. Er geldt een overgangsperiode tot 1 januari 2027 (waarschijnlijk wordt dit 2028). Vanaf dat moment moeten alle pensioenregelingen voldoen aan de nieuwe wet. Een belangrijk gevolg van de nieuwe wetgeving is dat het systeem flexibeler en persoonlijker wordt.

Waarom is een nieuw stelsel nodig?
Het huidige stelsel past niet meer bij de veranderende arbeidsmarkt en demografische ontwikkelingen. Mensen wisselen vaker van baan en brengen niet meer hun hele werkzame leven bij één werkgever door. Bovendien is de verhouding tussen het aantal werkenden en gepensioneerden veranderd. Met de nieuwe wetgeving moet het stelsel beter toekomstbestendig zijn.

Wat houdt de wet (globaal) in?
Uiteraard is dit artikel te kort om alle veranderingen te beschrijven. Maar een belangrijke verandering is dat in het nieuwe stelsel sprake is van een premietoezegging, in plaats van een toegezegde pensioenuitkering. Overigens zijn er nu ook al regelingen die gebaseerd zijn op een premietoezegging. Met deze premie wordt een persoonlijk pensioenvermogen gevormd, dat wordt belegd. De uiteindelijke pensioenuitkering is afhankelijk van de hoogte van het opgebouwde vermogen op het moment van pensionering. De uitkering kan jaarlijks verschillen, afhankelijk van de rendementen die op het persoonlijk vermogen worden behaald.

Afhankelijk van de keuze van de pensioenuitvoerder (in overleg met werkgevers en werknemersvertegenwoordiging) wordt een collectieve of juist een meer individuele invulling gekozen. Andere veranderingen die in de wet geregeld zijn, gaan over het nabestaandenpensioen, extra keuzes die consumenten hebben en de inleg die voor iedere leeftijd gelijk moet zijn.

Maar er zijn ook zaken die niet veranderen. Zo blijft het pensioen collectief geregeld en heb je als werknemer niet de individuele keuze waar jouw pensioen wordt opgebouwd. Bovendien blijft pensioen een levenslange uitkering, waarbij je als individu wel mag kiezen voor variatie in de uitkeringshoogte. Dat is nu ook zo al binnen bepaalde voorwaarden.

Wat betekent deze overgang voor jou als consument?
Op dit moment zijn pensioenuitvoerders aan zet in samenspraak met werkgevers- en werknemersvertegenwoordiging. Zij stellen vast hoe hun nieuwe regeling er uit komt te zien, hoeveel er ingelegd wordt en in hoeverre er sprake is van collectiviteit en individuele keuzes. Via jouw pensioenuitvoerder of werkgever wordt je op de hoogte gehouden van de voortgang.

Maar je kunt zelf ook wat doen!
Het is goed om je te realiseren dat pensioen slechts één onderdeel is van jouw totale inkomen voor later. Je ontvangt vanaf je pensioendatum AOW van de overheid en mogelijk heb je zelf ook voorzieningen getroffen in de vorm van lijfrente, vrij vermogen/spaargeld of overwaarde van jouw woning. Al deze potjes bij elkaar zorgen voor jouw toekomstig budget om – hopelijk prettig – van te leven.

Met de nieuwe wet krijg je als consument meer ruimte om zelf fiscaal vriendelijk bij te sparen. En wordt het (waarschijnlijk) mogelijk op je pensioendatum een bedrag ineens (maximaal 10% van de pensioenpot) uit te laten keren.

Als consument is het daarom goed om overzicht te hebben in je financiële toekomst. Om te weten welke keuzes je hebt en wat daarvan de financiële gevolgen zijn. Steeds meer werkgevers helpen hun medewerkers om dit goed in beeld te krijgen. Zij bieden medewerkers een gesprek aan met een financieel planner, zodat de medewerker weet wat hij/zij kan verwachten en aan welke knoppen hij/zij zelf kan draaien. Vraag er eens naar bij jouw werkgever.

Kijk vooruit; Zorg voor een comfortabele toekomst! Ga in gesprek met een financieel planner.
Met de goedkeuring van de Wet Toekomst Pensioenen staat Nederland aan de vooravond van een nieuw tijdperk in de pensioenwetgeving. De nieuwe regels zorgen voor meer flexibiliteit en persoonlijke keuzemogelijkheden, maar vragen ook om bewuste en weloverwogen beslissingen. Het is van belang dat consumenten en ondernemers zich goed laten informeren en adviseren door experts op het gebied van pensioenen, zoals financieel planners. Door nu actie te ondernemen en in gesprek te gaan met een gecertificeerd financieel planner, kun je een goede basis leggen voor een financieel stabiele toekomst en optimaal profiteren van de keuzes in het nieuwe pensioenstelsel.

Iedereen wil graag het leven leiden zoals hij of zij graag wil. Het is prettig om zelf je keuzes te maken en het is heel vervelend als er keuzes voor jou worden gemaakt waar je niet achterstaat. Dat klinkt misschien gek, maar daar kun je zelf wat aan doen.

Ze zeggen wel eens dat geld niet gelukkig maakt, maar dat is niet een gegeven. Te veel geld kan misschien wel eens ongelukkig maken, maar te weinig geld doet dat veel eerder. Hoeveel problemen ontstaan er wel niet door gebrek aan geld?

Geld is een bijzonder handig instrument om je eigen leven in te delen en je keuzes te kunnen maken. Hoe doe je dat dan?

Met financiële planning kijk je naar wat je nu uitgeeft en wat je nu binnenkrijgt. En of dit wel of niet voldoende is om je leven te leiden zoals je dat wilt. Financiële planning is ook kijken naar de toekomst. Wat is er nou fijner dan nu goed te kunnen leven, maar straks ook, én dat je je geen zorgen hoeft te maken over of je straks nog met vakantie kunt, of, nog erger, je boodschappen wel kunt betalen? Niet voor niets wordt er jaarlijks een hele week besteed aan ‘pensioen’.

Pensioen, Suf?
Hoe suf is dat, kun je bedenken. Nou, wat denk je van 1 week ‘suf’ en 51 weken ‘sprankelend’? Want die ‘suffe’ kennis kon wel eens een enorme impact hebben op je wel of niet sprankelende toekomst. Is pensioen moeilijk? Nee, in de basis is pensioen zo makkelijk als wat. Als je van elke euro die je verdient 30 cent opzij legt en je doet dit dertig jaar lang en je belegt dit ook nog eens goed, dan zou dit wel eens heel goed voor je kunnen uitpakken. In pensioenland komen we allerlei verschillende termen tegen: middelloon, beschikbare premie, lifecyclebeleggen, eigen bijdrage.

Denk aan de kern: geld opzij zetten voor later.

Lifecycle beleggen, wat is dat?
Geld dat je opzij zet voor pensioen, of je dit nu doet via een pensioenpremie, via je salarisstrook of door geld in een lijfrentecontract te storten, het wordt allemaal belegd. Alles gaat in aandelen, obligaties, vastgoed, alternatieve beleggingen zoals grondstoffen of goud. De verzekeringsmaatschappij, vermogensbeheerder of bank bepaalt op hun beurt hoe het wordt belegd en doet dat door niet alle eieren in één mandje te leggen.

Gemiddeld kan zo’n pensioenfonds hiermee wel tussen de 5 en 10% per jaar verdienen. Soms is het (veel) meer, soms is het (veel) minder. Dat golft mee op de economie. Naarmate je dichter komt bij het moment dat je je pensioen wilt laten uitkeren, kun je je minder goed enorme schommelingen veroorloven. Als jouw pensioenpotje van € 500.000,- ineens door een beursdaling € 400.000,- waard is en je hebt geld nodig voor je pensioen, dan kun je op dat moment niet rustig afwachten totdat alles weer stijgt.

Met lifecycle beleggen wordt de beweeglijkheid van jouw potje minder naarmate je dichter bij pensioen komt.
Als je dit nu weet, en je weet dat je met verantwoord beleggen dit soort principes kunt toepassen, dan kun je ook met een geruster hart beleggen binnen je pensioenpotje en dus verantwoord opbouwen. Want misschien heb je dan van die 1 euro geen 30 cent inleg nodig maar 25 cent. Het is dus altijd de balans zoeken tussen nu goed leven en straks goed leven. Dit is maar één voorbeeld. Er speelt natuurlijk meer mee met pensioen, maar om dat allemaal uit te rekenen en je de voor jou optimale mogelijkheden door te rekenen, heb je je eigen gecertificeerd financieel planner.

Maak je leven sprankelend nu en in de toekomst. En bepaal je straks zelf of je blijft werken of niet: het is aan jou.

Inflatie, gezondheid, lekker kunnen blijven leven, genoeg hebben, het heeft allemaal te maken met pensioen. Pensioen is niet alleen die pot met geld straks, pensioen is méér: pensioen is straks nog een leven hebben in goede gezondheid. Wie niet alleen NU wil leven maar ook een ‘later’ wil hebben, begint nu.

Uit een recent onderzoek van a.s.r. komt bijvoorbeeld naar voren dat meer dan de helft van de mensen zich afvraagt of ze straks wel genoeg geld zullen hebben om te overleven. Voor zo’n 4 op de 10 mensen, is gezond blijven de belangrijkste manier om met pensioen bezig te zijn. Geld en gezondheid gaan dus samen. En bij 1 op de 4 mensen, zien we dat ze niet met hun pensioen bezig willen zijn. En dat is een gemiste kans. Werken aan financiële fitheid is een pre, werken aan mentale en fysieke gezondheid is dat ook.

Hoe kun je werken aan financiële fitheid?
Werken aan financiële fitheid begint bij jezelf. Je eigen situatie. Niets is namelijk zeker. Bestaat je werk morgen nog? Wie zal het zeggen. De toenemende digitalisering van de maatschappij maakt dat veel werk van nu straks overbodig is. De toestand in de wereld helpt ook niet echt mee. Vast werk is misschien niet zo vast als je je wel zou kunnen bedenken. En pensioen wordt heel vaak opgebouwd via de werkgever, dus daar schuilen al twee gevaren. Weet je wat de pensioenregeling via je werkgever inhoudt? Weet je of je een vast bedrag per jaar gaat krijgen? En hoeveel dan? Of krijg je een variabel bedrag op basis van beleggingen? En…nu je dit weet, zijn dan je pensioeninkomsten voldoende om straks in je levensonderhoud te voorzien?

Pensioenleeftijd en AOW
Weliswaar is de leeftijd waarop mensen met pensioen gaan opgeschoven. Dat was zo’n vijftien jaar geleden nog 61 jaar en is nu ruim 66 jaar (voor meer informatie over jouw pensioenleeftijd ga naar rijksoverheid.nl). Dat heeft met de gestegen levensverwachting te maken in Nederland, mensen worden gemiddeld ouder. En het zegt iets over de betaalbaarheid van de pensioenen. Als mensen langer leven, is er meer pensioen nodig als je de ingangsdatum van het pensioen hetzelfde laat. Daarom schuift de AOW-leeftijd op. En, en passant, gebeurt dat ook met het pensioen dat je via je werkgever ontvangt. En dan hebben we het nog niet eens over de inflatie gehad. Het CBS meldt op haar website nu al een inflatie van 14%. Dat is enorm. Zelfs een inflatie van 4% knabbelt al behoorlijk aan een pensioenuitkering. Stel, dat je over twintig jaar met pensioen gaat en je bestedingsniveau zou nu € 2.500 per maand zijn, hoeveel moet je dan uitgeven voor hetzelfde bestedingspatroon per maand, na die twintig jaar? Bijna € 5.500! En als je de 14% inflatie van dit jaar meeneemt in je berekeningen en vervolgens 19 jaar lang 4%, wat is dan het effect? Dan zit je al boven de €6.000.

Hoe kun je nu goed werken aan financiële fitheid?

  • Kijk eens op mijnpensioenoverzicht.nl wat je nu al hebt opgebouwd aan pensioen en wat het volgens de regelingen maximaal kan worden.
  • Kijk naar je salarisstrook. Wat is je netto inkomen? Hoeveel pensioenpremie draag je af?
  • Kijk eens op je bankrekening, wat de stand is op 1 april en 30 april, 1 september en 30 september en 1 november en 30 november. Hoeveel is er steeds na het eind van de maand over of tekort?
  • Bekijk nu of je met het pensioeninkomen dat je hebt gevonden bij mijnpensioenoverzicht.nl je huidige uitgavenpatroon zou kunnen bekostigen?
  • Kijk vervolgens wat de inflatie hiermee doet.

Vraag advies
Als je dit lastig vindt, en je zult daarin niet de enige zijn, neem dan een gecertificeerd financieel planner in de arm. Want: een integraal financieel planner rekent niet alleen voor je uit wat je tekort komt, maar vertelt je ook hoe je het beste je optimale pensioen kunt benaderen.

Wat je niet wilt is, dat nadat je gestopt bent met werken je te weinig middelen hebt om te genieten van je oude dag. Financiële producten moeten ertoe leiden dat dit ‘doelrisico’ jou bespaard blijft. Een belangrijke vraag om bij stil te staan is of jouw producten wel voorzien in het behalen van voor jouw belangrijke doelen. Dit zal helaas lang niet altijd het geval zijn. De hoogste tijd om in actie te komen!

Risico en rendement zijn veelgebruikte begrippen binnen de financiële wereld. Goed om te beseffen is dat deze begrippen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ofwel zonder risico, geen rendement. Omdat rendement een uitvloeisel is van het gekozen risico, zou vooral naar het risico gekeken moeten worden. Angst weerhoudt veel mensen ervan om te starten met beleggen. Op de langere termijn kan dit vervelende gevolgen hebben, waar lang niet iedereen zich van bewust is of pas als het te laat is.

Beleggen versus doel
In de basis kunnen twee vormen van risico worden onderscheiden:

  1. Risico is ‘de mogelijkheid tot een verlies van (een deel) van je inleg/ je vermogen’. De koersen op een beleggingsrekening fluctueren namelijk veel meer dan die op een spaarrekening. Deze beweeglijkheid zorgt ervoor dat jouw rendement plus 20% kan zijn, maar ook wel eens min 15%.
  2. Risico kan ook worden omschreven als de kans dat je jouw doel(en) niet haalt. Bijvoorbeeld, je doel is om naast je pensioen voldoende vermogen op te bouwen om ook na jouw pensioendatum je huidige levensstijl en de kosten die daarbij horen voort te zetten. Een ander doel kan bijvoorbeeld zijn dat je voldoende vermogen wilt opbouwen om jouw kinderen te kunnen laten studeren.

De eerste vorm van risico is wat we noemen beleggingsrisico, de tweede vorm wordt doelrisico genoemd. De belangrijke vraag is nu, stel je het beleggingsrisico of het doelrisico centraal? Wij leggen dit verschil uit aan de hand van een voorbeeld.

Voorbeeld
In de praktijk wordt het beleggingsrisico vaak centraal gezet. Ga maar na, als je een financieel product wilt afsluiten waarin een beleggingscomponent zit, zul je eerst een vragenlijstje moeten invullen. De uitkomst hiervan is, dat je een zeer defensieve, defensieve, neutrale, offensieve of zeer offensieve risicohouding hebt.

Op het moment dat je wordt aangemerkt als een defensieve belegger, dan zal je een financieel product krijgen welke hoofdzakelijk bestaat uit obligaties en minder uit aandelen. Het risico hiervan is lager – lees de beweeglijkheid van de rendementen – maar zo ook het verwachte rendement.

Stel je bent 43 jaar oud en alleenstaand. Je hebt een salaris van € 45.000 bruto per jaar. Op jouw spaarrekening staat een bedrag van € 30.000. Per maand heb je ongeveer € 2.500 netto nodig om in alle uitgaven te voorzien. Jouw wens is om ook na jouw pensioendatum, levenslang te blijven voorzien in dit consumptief besteedbare inkomen. Om in dit doel te voorzien sluit je een beleggingsproduct af op basis van een defensief risicoprofiel (70% obligaties en 30% aandelen). Je wilt immers weinig beleggingsrisico lopen. Je besluit € 10.000 in een keer in te leggen en vervolgens € 100 netto per maand tot aan de pensioendatum. Voor je gevoel ben je goed bezig en heb je een goede beslissing genomen.

Maar wat nu als een financieel planner jou zou vertellen dat de haalbaarheid van jouw doel op een schaal van 1 tot 100%, slechts voor 30% haalbaar is. Dat wil zeggen, er moeten wonderen gebeuren wil je jouw doel halen. De reden hiervoor is dat jouw defensieve beleggingsportefeuille weliswaar weinig risico kent, maar hierdoor ook te weinig rendement om jouw doel te realiseren.

Jouw doelrisico is dus groot. De vraag is of je je hiervan bewust bent. Waarschijnlijk niet. Stel je nu eens de vraag: sluit ik een beleggingsproduct af om zo min mogelijk beleggingsrisico te lopen of om mijn doel te halen. Wil je jouw doel beter realiseerbaar maken, dan zal een financieel planner jou adviseren om een beleggingsproduct af te sluiten op basis van een offensief beleggingsprofiel (70% aandelen en 30% obligaties). Verder zal de éénmalige inleg verhoogd moeten worden naar € 20.000 en de maandelijkse inleg naar € 200. Op basis van voorgaande verdubbelt de haalbaarheid van het doel tot ruim 60%. Al met al is de haalbaarheid van jouw doel een stuk reëler geworden.

Conclusie en aanbeveling
Al met al geldt: hoe hoger het verwachte rendement, hoe hoger het beleggingsrisico, maar hoe lager het doelkapitaal dat nodig is om het inkomensdoel ‘levenslang’ te verwezenlijken. Vanuit het oogpunt van de meeste mensen is risico vaak synoniem voor beleggen. Vaak wordt vergeten dat alleen maar een goed rendement gemaakt kan worden als iemand ook af en toe een negatief rendement accepteert en dat een goed rendement verder nodig is om de inflatie, kosten en belastingen te verslaan. Pas echt een risico is het volgens ons, als jij later niet kan blijven voorzien in een bepaald minimaal inkomen dat nodig is om de levensstijl te blijven betalen. En helaas dit doelrisico loopt – onbewust – een groot deel van de Nederlandse huishoudens met als gevolg te weinig geld om leuke dingen te doen en een leven achter de spreekwoordelijke geraniums.

Wil je weten of jij wel op de goede weg bent om ook na jouw pensioen een financieel gelukkig leven te bereiken? Neem dan contact op met een CFP-Professional, je bent dan zeker van een deskundig en gecertificeerd financieel planner.