Tijdens de feestdagen waren veel families bij elkaar. Aan het kerstdiner zaten soms wel vier generaties: 80-plussers, babyboomers en de generaties X, Y en Z. Ook klonk bij het vuurwerkgeknal niet alleen ‘de beste wensen’ maar ook de vraag ‘wat gaat 2025 ons brengen?’

De grote vermogensoverdracht
Veel families zullen de komende jaren te maken krijgen met erfenissen. De 80-plussers en de babyboomers hebben namelijk miljarden aan vermogen. Tussen nu en 20 jaar zal dit vermogen terecht komen bij de generaties na hen. Dit vraagt om voorbereiding en tijdige acties.

Denk hierbij aan je testament, een schenkplan én nadenken over wat er met je nalatenschap moet gebeuren. Waaruit bestaat je nalatenschap? Wie moet ervoor gaan zorgen? Hoe zit het met je (levens)testament? Voor de toekomstige erfgenamen zijn er vragen zoals: wat ga je met de erfenis doen? Hoeveel belasting moet er betaald worden? Hoe moet ik de erfenis afwikkelen?

Wat staat je te wachten?
We worden steeds ouder en er zijn nu twee generaties met pensioen. Dit heeft al geleid tot een nieuwe pensioenwet. Wat staat ons te wachten ten aanzien van de stroom aan erfenissen de komende 20 jaar? Er is nu weer een discussie gaande over de erfbelasting. Verwacht wordt dat de tarieven gaan stijgen en dat uitgeven gestimuleerd gaat worden in plaats van sparen. In het ‘Bouwstenenrapport’* is een verhoging van de erfbelasting opgenomen. Dit rapport is nog geen wetgeving maar het zijn wel voorstellen waar we rekening mee moeten houden in de toekomst.

Wat kun je nu doen?
In de toekomst kijken kunnen we niet, wel kunnen we ons voorbereiden: door aandacht te besteden aan het testament, de mogelijkheden te verkennen voor schenken en een plan te maken voor de toekomst wanneer de erfenis (of schenking) zal worden ontvangen. Voor dit alles geldt: bekijk dit niet vanuit één uitgangspunt maar kijk naar het totaalplaatje. Een financieel plan helpt je om het integraal te bekijken, voor nu en de komende 20 jaar. Inzicht in jouw financiële situatie is hierbij belangrijk, maar ook vooral in wat jouw wensen zijn en wat je nodig hebt.

Schenken of erven?
Voor 2025 zijn de fiscale regels voor de erf- en schenkbelasting wat aangepast. De tarieven voor de erf- en schenkbelasting zijn gelijk, bij de vrijstellingen zijn er wat verschillen. Zo kun je in 2025 je kleinkind € 2.690 belastingvrij schenken. Neem je het kleinkind op in je testament, dan is € 25.490 vrij van erfbelasting. Voor een achterkleinkind geldt echter weer de vrijstelling van € 2.690.

In 2025 zijn er nog de eenmalige verhoogde vrijstellingen voor een schenking aan een kind (vrij te besteden of voor een studie). Hiervoor gelden wel belangrijke voorwaarden en er moet aangifte schenkbelasting worden gedaan. Ook schenken op papier is nog mogelijk. Hiervoor gelden ook een aantal voorwaarden en de papieren schenking moet door een notaris worden vastgelegd.

Bij het schenken of erven van onroerend goed of een onderneming komen weer andere fiscale, vaak complexe, regels kijken.

Op de vraag of schenken verstandiger is dan erven is geen eenduidig antwoord te geven. Dat hangt van veel factoren af en is voor iedereen weer anders. Een gecertificeerd financieel planner kan dit voor je bekijken en kijkt hierbij naar de fiscale en juridische aspecten.

Naar de notaris
We krijgen straks bijna allemaal te maken met erfenissen, of je nu een 80-plusser bent, een nog actieve babyboomer of behoort tot de generaties X, Y of Z. Een gecertificeerd financieel planner kan je helpen met de voorbereiding van je bezoek aan de notaris en jouw vragen beantwoorden. Je hebt dan een goed boodschappenlijstje voor je (levens)testament. Hierbij wordt er gekeken naar wat het beste past in jouw situatie.

*) Op 12 februari 2024 heeft demissionair staatssecretaris Van Rij het rapport ‘Belastingen in maatschappelijk perspectief: Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel’ naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. Het ‘rapport bouwstenen 2.0’ vermeldt mogelijke toekomstige belastingwijzigingen en is bedoeld als praatstuk. Op dit moment is nog niet bekend of de voorstellen ook worden omgezet in wetswijzigingen.

Veel mensen denken dat een aflossingsvrije hypotheek niet meer mogelijk is, maar dat klopt niet. Je kunt nog steeds een aflossingsvrije hypotheek afsluiten tot maximaal 50% van de marktwaarde van je woning – en soms zelfs meer. Dit maakt het een aantrekkelijke keuze vanwege de lagere maandlasten. Maar wat gebeurt er als de looptijd afloopt? Zonder een goed plan kan dit je financiële zekerheid in gevaar brengen.

Wat gebeurt er aan het einde van de looptijd?
Aan het einde van de looptijd, meestal na 30 jaar, moet je de openstaande schuld volledig aflossen. Dit kan een uitdaging zijn als je niet genoeg spaargeld of vermogen hebt opgebouwd. Banken kunnen een verlenging van je hypotheek overwegen, maar dit is geen garantie. Hierdoor bestaat het risico dat je je woning moet verkopen om de schuld af te lossen. Dit wil je uiteraard voorkomen.

Hoe voorkom je financiële problemen?
Met de juiste voorbereiding kun je financiële stress vermijden. Hier zijn drie strategieën om je hypotheek beheersbaar te houden:

  1. Vermogen opbouwen: Door te sparen of te beleggen kun je over de jaren een bedrag opbouwen waarmee je de schuld (gedeeltelijk) kunt aflossen. Zelfs kleine maandelijkse bijdragen maken op de lange termijn een groot verschil.
  2. Extra aflossen: Gedurende de looptijd kun je kleine extra aflossingen doen. Dit verlaagt niet alleen de schuld, maar ook direct je maandlasten.
  3. Herfinancieren: Als je binnen 10 jaar met pensioen gaat, beoordelen banken ook je verwachte pensioeninkomen. Dit kan de betaalbaarheid van je hypotheek beïnvloeden. Overweeg daarom om je hypotheek tijdig te verlengen, bijvoorbeeld rond je 55e. Dit vergroot de kans op een verlenging, omdat je nog een hoger inkomen kunt aantonen.

Wanneer is aflossingsvrij een slimme keuze?
Een aflossingsvrije hypotheek kan vooral in specifieke situaties slim zijn. Stel, een jong stel van 25 kiest voor een hypotheek waarbij 50% aflossingsvrij is en 50% annuïtair. Tegen de tijd dat ze 55 zijn, hebben ze het annuïtaire deel volledig afgelost. Ze kunnen daarna beginnen met extra aflossingen op het aflossingsvrije deel. Tijdens de levensfase, waarin ze vaak de hoogste gezinsuitgaven hebben, profiteren ze van lage maandlasten. Later, wanneer hun inkomen vaak hoger is en hun lasten lager, kunnen ze zich focussen op het restant van hun hypotheek.

Een aflossingsvrije hypotheek kan ook aantrekkelijk zijn als je schuld relatief klein is in verhouding tot de woningwaarde en je inkomen. Dit geeft je meer financiële flexibiliteit om bijvoorbeeld te sparen, te schenken of simpelweg te genieten van je inkomen.

Let wel op: een aflossingsvrije hypotheek biedt vaak geen renteaftrek, dus dit moet worden afgestemd op je situatie.

Vooruitdenken geeft rust
Niemand wil aan het einde van de looptijd gedwongen worden zijn huis te verkopen. Door op tijd actie te ondernemen kun je financiële problemen voorkomen. Een gecertificeerd financieel planner kan je helpen met een plan dat past bij jouw situatie, zodat je grip houdt op je financiële toekomst. Zo blijf je blij met je aflossingsvrije hypotheek.

 

Soms lijkt het alsof financiële dienstverleners elke kans aangrijpen om ons te attenderen op de noodzaak om overtollige middelen te beleggen. Wat is toch de motivatie achter al die goedbedoelde adviezen?

Wellicht komt het door het feit dat we bij het maken van financiële keuzes dwars worden gezeten door weeffouten in ons financiële brein. In dit artikel worden 2 weeffouten besproken die ons op het verkeerde been kunnen zetten:

1. Het rente-op-rente-effect (volgens Einstein het 8e wereldwonder), en
2. De geldillusie

Het rente-op-rente-effect
Stel je schaft een product aan dat € 10,- kost en elk jaar 3% in waarde stijgt. Dan kost dat product na 15 jaar € 14,50. Immers er komt 3% * 15 = 45 % bij.
Die redenering is fout: het gaat je € 15,58 kosten. Dit lijkt allemaal nog vrij onschuldig.

Of je schaft een tussenwoning aan voor de prijs van € 400.000. Wat is dan naar verwachting de prijs van deze woning na 25 jaar?

Volgens het CBS stijgen (tussen-)woningen al decennialang gemiddeld met 5% en dat leidt over 25 jaar tot een waarde van € 900.000,-. Immers er komt 5% * 25 = 125% bij. Toch?
Helaas, door het rente-op-rente-effect stijgt deze woning door naar ruim € 1,35 Mio.
(= 400.000 *(1,05^25)). Door het rente-op-rente-effect zal de uiteindelijke waarde van deze woning aanzienlijk hoger liggen. Een verschil van maar liefst 50%!

We onderschatten de gevolgen op lange(-re) termijn van het rente-op-rente-effect, ofwel ‘compound interest’. Einstein noemde ‘compound interest’ het 8e wereldwonder; “He who understands it, earns it. He who doesn’t, pays it”

De geldillusie
De geldillusie beschrijft het fenomeen dat we de neiging hebben om naar de nominale waarde van geld te kijken in plaats van naar de reële waarde. En dat zet ons op het verkeerde been. Het maakt dat we onvoldoende maatregelen nemen voor wensen en uitgaven die ver(-der) in de toekomst liggen.

Door inflatie neemt de koopkracht van geld af. Daardoor hebben we veel meer geld nodig voor de aanschaf van eenzelfde hoeveelheid producten. Maar we vinden het moeilijk voor te stellen dat we voor toekomstige uitgaven zoveel geld moeten neertellen. Dat kan toch niemand meer betalen? En dus leidt die ontkenning tot het feit dat we onvoldoende maatregelen nemen. Puur door ons denken in nominale bedragen.

Als de prijs van onze eigen woning stijgt, ervaren we dat normaliter als positief. Maar verander eigen woning eens door:

  • Eerder stoppen met werken
  • Kinderen laten studeren in het buitenland
  • Een huisje aan zee, of
  • Een zorgeloze oudedag

Dan leidt het onderschatten van het prijskaartje tot minder leuke uitkomsten.

We lopen dus een reëel risico dat we te weinig reserveren voor die wensen. Want, als we niet geloven dat een huisje aan zee of eerder stoppen met werken in de toekomst zoveel meer zal gaan kosten, zullen we daarvoor nooit het benodigde vermogen reserveren. We zetten, doordat we leiden aan money illusion, simpelweg te weinig apart.

Krijg inzicht in jouw financiële situatie
Een gecertificeerd financieel planner met het CFP-keurmerk behoedt je hiervoor en helpt je met het krijgen van meer inzicht in je financiële situatie en met het maken van een weldoordacht financieel plan. Onze intuïtie laat ons in de steek door de geldillusie en we vinden het lastig om het rente-op-rente effect juist te beoordelen. Heb je wensen voor de toekomst en wil je graag weten hoe jouw financiële plaatje eruit ziet? Maak dan eens een afspraak met een financieel planner bij jou in de buurt.

De woningmarkt blijft in 2025 uitdagend, maar wie zich goed voorbereidt, kan kansen benutten. Na een jaar van stijgende huizenprijzen, beperkte nieuwbouw en fluctuaties in de hypotheekrente neemt het kabinet maatregelen om de markt toegankelijker te maken. Wat betekent dit voor jou als starter, doorstromer of huiseigenaar?

Woningbouw: Een voorzichtige toename
In 2025 stelt het kabinet €5 miljard beschikbaar om de woningbouw te versnellen. Door overbodige regels te schrappen, wil men de doorlooptijd van bouwprojecten verkorten en meer betaalbare huur- en koopwoningen realiseren. Toch blijft het aanbod voorlopig beperkt en zullen de effecten pas later merkbaar zijn. Voor kopers biedt dit mogelijk wel kansen in opkomende regio’s of bij woningen met renovatiepotentieel. Deze alternatieven kunnen een voordeliger instap op de woningmarkt bieden.

Hypotheekrente: Wat kun je verwachten?
De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagde in 2024 de beleidsrente, wat een lichte daling van de hypotheekrente veroorzaakte. Voor 2025 wordt een stabiele rente verwacht, tenzij de inflatie opnieuw oploopt. Hierdoor blijven hypotheekrentes naar verwachting rond de 4% voor een 10-jarige hypotheek, en iets lager voor hypotheken met Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

De NHG-kostengrens stijgt in 2025 naar €450.000. Dit maakt woningen in het middensegment beter bereikbaar voor kopers die gebruik willen maken van deze garantie, al ligt de gemiddelde woningprijs (in 2024 €463.000) nog steeds boven deze grens.

Leennormen: meer mogelijkheden, strengere regels
In 2025 worden de leennormen iets verruimd, vooral voor inkomens tot €75.000. Huishoudens met een inkomensstijging van 4,3% kunnen meer lenen, wat gunstig is voor starters en middeninkomens. Voor alleenstaanden stijgt de extra leenruimte van €16.000 naar €17.000, wat hen meer opties geeft in een krappe markt.

Daarnaast blijft het energielabel een cruciale factor. Woningen met een A++++ label en een energieprestatiegarantie bieden tot €50.000 extra leenruimte. Voor woningen met energielabels E, F of G geldt echter geen extra leenruimte. Dit beleid stimuleert kopers om te kiezen voor energiezuinige woningen of te investeren in verduurzaming.

De regels rondom studieschulden worden iets strenger. Studieschulden worden vanaf 2025 meer meegewogen, wat de maximale hypotheek voor sommige kopers iets verlaagt. Voor tweeverdieners met elk een studieschuld van €25.000 kan dit een verschil van ongeveer €2.600 in de leencapaciteit betekenen. Het gedeeltelijk aflossen van de schuld vóór het aanvragen van een hypotheek kan daarom voordelig zijn.

Verduurzaming: maak je woning toekomstbestendig
Duurzaamheid blijft een topprioriteit in 2025. Strengere energienormen, zoals een lagere Milieuprestatie Gebouwen (MPG) voor nieuwbouw, en subsidies zoals de ISDE, maken verduurzaming aantrekkelijk. Populaire maatregelen zijn zonnepanelen, warmtepompen en isolatie, die niet alleen de energiekosten verlagen, maar ook de woningwaarde verhogen.

Huiseigenaren met overwaarde of spaargeld benutten dit vaak om hun woning te verduurzamen. Dit verlaagt de maandelijkse lasten, vergroot het wooncomfort en maakt de woning aantrekkelijker bij verkoop.

Belastingen: wat verandert in 2025?
De overdrachtsbelasting blijft in 2025 ongewijzigd. Vanaf 2026 wordt de belasting voor beleggingspanden en andere niet-eigen woningen verlaagd van 10,4% naar 8%. Voor eigenwoningbezitters verandert er fiscaal weinig. Vanaf 2027 wordt de salderingsregeling voor zonnepanelen afgeschaft. Dit betekent dat zonnepaneelhouders minder vergoeding krijgen voor terug geleverde stroom.

De schenkingsvrijstelling voor kinderen tussen 18 en 40 jaar stijgt in 2025 naar €32.195. Dit bedrag kan belastingvrij worden geschonken, bijvoorbeeld voor de aankoop van een woning. Dit biedt starters een belangrijke financiële impuls.

Grijp je Kansen in 2025
Of je nu een eerste woning wilt kopen, doorstroomt naar een grotere woning of verduurzamingsplannen hebt, goed advies en inzicht in je mogelijkheden zijn essentieel. Een gecertificeerd financieel planner kan je helpen om je kansen te vergroten en de juiste keuzes te maken. Met persoonlijk advies krijg je inzicht in je financiële situatie, benut je fiscale voordelen optimaal en neem je slimme stappen om je woondromen te realiseren.

Met de juiste voorbereiding kun je de uitdagingen van de woningmarkt in 2025 omzetten in kansen. Laat je goed adviseren en maak van 2025 jouw jaar om je woonwensen waar te maken.

Vaak komen cliënten bij ons voor advies om erfbelasting te besparen. Meestal gebeurt dit nadat ze gezien hebben hoeveel erfbelasting ze moesten betalen na het overlijden van een dierbare. Veel mensen denken dan: “Als ik nu zoveel mogelijk schenk, bespaar ik later erfbelasting.” Maar is dat wel altijd de beste keuze?

Om te weten of schenken verstandig is, is het belangrijk eerst goed te kijken naar de situatie na het eerste overlijden. Hoe is de erfenis daar geregeld? We moeten dan het testament, de verklaring van erfrecht en de aangifte erfbelasting bekijken. Uit deze documenten blijkt of de erfgenamen al hun erfdeel hebben ontvangen. Als dat niet het geval is, hebben de kinderen vaak een vordering op de langstlevende ouder. Dit betekent dat ze hun erfenis pas kunnen krijgen als de langstlevende ouder overlijdt.

Het betalen van rente
In veel gevallen wordt er een rente afgesproken over deze vorderingen. Deze rente kan, afhankelijk van hoe lang de langstlevende ouder leeft, ervoor zorgen dat de waarde van de vordering flink groeit. Dit kan zelfs betekenen dat er geen erfbelasting meer betaald hoeft te worden als de rente en de vordering groot genoeg zijn!

Toch komt het ook voor dat er geen rente is afgesproken over de vorderingen. Is dat altijd nadelig? Niet per se. Als de langstlevende ouder geen rente hoeft te betalen, heeft hij of zij het vruchtgebruik van die vorderingen. Het voordeel daarvan is dat dit vruchtgebruik bij overlijden van de langstlevende onbelast aangroeit bij de kinderen.

Als de langstlevende ouder kort na het eerste overlijden overlijdt, heeft het vruchtgebruik meestal een positief effect op de erfbelasting. Dit komt doordat het vruchtgebruik meteen ontstaat, terwijl de rente op de vorderingen zich pas na een paar jaar opbouwt. Wanneer de langstlevende ouder echter lang blijft leven, zal de rente op de vorderingen zelfs voordeliger uitpakken dan het vruchtgebruik.

Schenkplan
Kortom: als je overweegt te schenken, is het belangrijk eerst goed te kijken naar de gevolgen van het eerste overlijden. Of er wel of geen rente over de vorderingen is afgesproken hoeft niet direct nadelig te zijn en is afhankelijk van de levensverwachting van de langstlevende ouder. Pas als je deze informatie hebt weet je hoeveel erfbelasting er mogelijk verschuldigd is bij een volgend overlijden en kun je een goed schenkplan maken.

Vraag advies
Heb jij vragen over erfbelasting of over een schenkplan. Aarzel dan niet om een deskundige in te schakelen. Een gecertificeerd financieel planner kan jouw vragen beantwoorden en je adviseren wat in jouw situatie verstandig is om te doen.

De Nederlandse woningmarkt blijft een bron van spanning voor zowel starters als doorstromers. Veel potentiële kopers ervaren frustratie doordat ze talloze woningen moeten bezichtigen en herhaaldelijk worden overboden. In veel gevallen worden zij gedwongen hoge biedingen te doen. Ook vaak zonder voorbehouden, zoals financieringsvoorbehoud of bouwkundige keuring. Dit maakt het proces niet alleen stressvol, maar drijft ook de prijzen verder op.

Met een gemiddelde woningprijs van €463.000 in het derde kwartaal, een stijging van bijna 11% ten opzichte van vorig jaar, lijkt een eigen woning voor veel starters steeds minder haalbaar. Deze hoge prijzen staan ook in contrast met de NHG-kostengrens, die in 2024 op €435.000 ligt. Vanaf 2025 wordt deze grens verhoogd, maar niet genoeg om de kloof te overbruggen tussen de gemiddelde prijs en de NHG-grens.

Hypotheekrente en Verduurzaming
De hypotheekrente heeft in 2024 fluctuaties gekend. Na een periode van stijgingen ligt de rente gemiddeld voor een 10-jarige hypotheek vaak onder de 4%, en voor hypotheken met Nationale Hypotheek Garantie zelfs rond de 3,5%. Hoewel deze daling enige verlichting biedt, maken de stijgende huizenprijzen het moeilijk om voldoende leencapaciteit te verkrijgen.

Voor doorstromers ligt er een kans in de opgebouwde overwaarde van hun woning. We zagen steeds meer huiseigenaren die deze overwaarde gebruiken om hun volgende woning te financieren, hun huidige woning te verduurzamen, of hun kinderen te helpen bij het kopen van een eerste woning. Investeringen in verduurzaming, zoals zonnepanelen, isolatie of warmtepompen, verhogen niet alleen het comfort, maar verlagen ook de energielasten en verhogen de woningwaarde. Dit is hierdoor een populaire investering.

Kansen op de Woningmarkt
Ondanks de uitdagingen zijn er ook kansen op de woningmarkt:

  • Schenkingsvrijstelling: Ouders kunnen hun kinderen éénmalig circa €31.000 belastingvrij schenken, bijvoorbeeld voor de aankoop van een woning. Dit bedrag kan een belangrijke bijdrage leveren aan de financiering van een eerste huis.
  • Familiehypotheek: Steeds vaker helpen ouders hun kinderen via een lening voor een woning. Door een constructie waarbij de lening binnen de fiscale regels valt, kunnen de kinderen profiteren van hypotheekrenteaftrek.
  • Extra leenruimte op basis van energielabel: In 2024 hebben veel huizenkopers gebruikgemaakt van de mogelijkheid om extra te lenen op basis van het energielabel, waarbij bedragen tot €50.000 bestaan voor woningen met een A++++-label en een energieprestatiegarantie.
  • Verduurzaming en overwaarde: Door de stijgende huizenprijzen hebben veel doorstromers overwaarde opgebouwd. Deze kan worden gebruikt voor verduurzaming of om de volgende woning met een lagere hypotheek te financieren.

Trends in de Woningmarkt
Hoewel de vraag naar woningen hoog blijft, is er sprake van een lichte toename in woningtransacties. Het Kadaster registreerde in het derde kwartaal van 2024 meer dan 54.000 transacties, 15,3% stijging ten opzichte van dezelfde periode in 2023. Toch blijft het aanbod beperkt en moeten kopers snel handelen en flexibel zijn in hun woonwensen. Helaas blijft nieuwbouw ook achter bij de vraag door hoge bouwkosten en strengere duurzaamheidsregels. Het aanbod wordt dus maar langzaam vergroot.

Deskundig advies is de sleutel
Navigeren op de huidige woningmarkt vraagt om een strategische aanpak en goede voorbereiding. Of je nu een starter bent, een doorstromer met overwaarde, of je woning wilt verduurzamen.

Een gecertificeerd financieel planner kan je helpen de juiste keuzes te maken. Met persoonlijk advies krijg je inzicht in je leencapaciteit, leer je hoe je overwaarde optimaal benut en ontdek je hoe je fiscale voordelen kunt benutten. De juiste begeleiding kan niet alleen zorgen voor meer rust in een uitdagend proces, maar helpt ook om jouw woonwensen haalbaar te maken. Laat je adviseren, zodat je met vertrouwen de woningmarkt opgaat en de kansen in 2025 optimaal benut.

In het vorige artikel hebben we besproken wat lijfrente is en waarom het slim kan zijn om geld opzij te zetten op een lijfrenterekening. Nu gaan we in op wat je moet doen als je lijfrente vrijkomt. Wat zijn je mogelijkheden? Hoe verhoudt dit zich tot je pensioen? En waar moet je op letten om ervoor te zorgen dat je een goede keuze maakt?

Wanneer komt je lijfrente vrij?
Je lijfrente komt vrij op het moment dat je de einddatum bereikt die je hebt afgesproken met je bank, verzekeraar of beleggingsinstelling. Meestal is dit rond je pensioenleeftijd, maar je kunt ervoor kiezen om het eerder of later te laten ingaan, afhankelijk van je financiële situatie en andere bronnen van inkomen zoals je AOW of werkgeverspensioen.

Wat zijn je mogelijkheden?
Wanneer je lijfrente vrijkomt, heb je een aantal keuzes hoe je het geld wilt ontvangen. Je kunt het bedrag niet in één keer opnemen; de belastingdienst heeft strikte regels om te voorkomen dat je het volledige bedrag ineens ontvangt zonder belasting te betalen. In plaats daarvan kies je voor een periodieke uitkering. Daarbij heb je de keuze uit verschillende uitkeringsperiodes van minimaal 5 jaar, maar 10, 20 jaar of zelfs levenslang is ook mogelijk.

Je kunt kiezen voor een vast maandelijks gelijkblijvend inkomen, maar je kunt ook kiezen voor een flexibele uitkering; je lijfrentevermogen wordt dan doorbelegd in aandelen en obligaties. Je uitkering kan daardoor jaarlijks wisselen.

Ook is het mogelijk te variëren in uitkeringshoogte door de eerste vijf of tien jaar een hogere uitkering te ontvangen en daarna een lagere. Dit kan handig zijn als je bijvoorbeeld in de eerste jaren van je pensioen meer wilt besteden (bijvoorbeeld aan reizen) en later minder nodig hebt.

Hoe verhoudt de lijfrente zich tot je andere pensioeninkomen?
Het is belangrijk om te kijken naar je totale financiële situatie voordat je beslist hoe je je lijfrente wilt laten uitkeren. Heb je genoeg aan je AOW en werkgeverspensioen, of verwacht je dat je extra inkomen nodig hebt om je gewenste levensstijl te behouden? Door je lijfrente-uitkering slim te plannen, kun je voorkomen dat je in de eerste jaren van je pensioen te weinig of juist te veel geld ontvangt.

Een goed moment om je financiële planning te herzien, is wanneer je lijfrente vrijkomt. Kijk naar je huidige vaste lasten, verwachte toekomstige uitgaven en eventuele aflossingen van je hypotheek. Op basis hiervan kun je bepalen hoe je je lijfrente het beste kunt inzetten.

Waar moet je op letten?
Bij het kiezen van je uitkeringsvorm zijn er een aantal zaken om rekening mee te houden:

  • Belastingdruk: Over de uitkeringen die je ontvangt, moet je inkomstenbelasting betalen. Als je verwacht dat je na je pensioen in een lagere belastingschijf valt, kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om een deel van je lijfrente-uitkering later te laten ingaan. Zo betaal je minder belasting over de uitkeringen.
  • Kosten van de aanbieder: Verschillende aanbieders hanteren verschillende tarieven voor het beheren en uitkeren van je lijfrente. Het loont om deze kosten te vergelijken, want ze kunnen invloed hebben op het uiteindelijke bedrag dat je ontvangt.
  • Rendement versus zekerheid: Als je hebt gekozen voor een beleggingslijfrente, houd er dan rekening mee dat de waarde van je uitkering kan fluctueren, afhankelijk van de beleggingsresultaten. Als je op zoek bent naar zekerheid, kun je ervoor kiezen om je lijfrente over te zetten naar een vaste uitkering via een bank of verzekeraar. Dit biedt stabiliteit, maar ook een lager rendement.

Wat als je lijfrente vrijvalt en je nog geen pensioen nodig hebt?
Het kan voorkomen dat je lijfrente vrijkomt, maar dat je nog geen behoefte hebt aan extra inkomen, bijvoorbeeld omdat je nog werkt of voldoende inkomen hebt uit andere bronnen. In dat geval kun je ervoor kiezen om de uitkering van je lijfrente uit te stellen. Door het uitstel kan je geld langer doorgroeien en bouw je mogelijk meer op, waardoor je later een hogere uitkering ontvangt. Je lijfrente moet ingaan tot uiterlijk vijf jaar na het bereiken van je AOW-leeftijd.

Conclusie
Wanneer je lijfrente vrijkomt, is het belangrijk om goed na te denken over de verschillende opties die je hebt. Of je nu kiest voor een tijdelijke of een levenslange uitkering, een vaste lijfrente of een flexibele uitkering, de juiste keuze hangt af van jouw persoonlijke situatie en toekomstplannen. Houd rekening met je totale pensioeninkomen, je belastingpositie en de kosten van de aanbieder. Door je lijfrente goed te plannen, zorg je ervoor dat je op een fiscaal voordelige en stabiele manier kunt genieten van je pensioen.

Laat je vooral adviseren door een gecertificeerd financieel planner om zeker te weten dat je de beste keuze maakt voor jouw situatie. Het gaat immers om jouw financiële zekerheid voor later.

Je inkomen voor later komt vaak uit verschillende potjes. Die potjes noemen we de pensioenpijlers. Er zijn er vijf (of zelfs zes, als je doorwerkt na je pensioen). In dit artikel kijken we naar de 3e pijler: lijfrente. Wat is het, hoe werkt het, en waarom kan het interessant zijn?

Wat is lijfrente?
Lijfrente is een soort persoonlijk pensioen dat je zelf opbouwt. Het is een extra potje, naast wat je krijgt van de overheid en eventueel van je werkgever. Je hebt zelf de regie over dit potje: je bepaalt zelf hoeveel je opzij zet en bij welke uitvoerder. Dit maakt lijfrente aantrekkelijk voor zzp’ers, mensen met weinig pensioen via hun werkgever, of iedereen die wat extra’s wil sparen voor later. Er gelden (uiteraard) wel fiscale voorwaarden en grenzen.

Hoe werkt het?
Bij lijfrente zet je geld apart bij een verzekeraar, bank of beleggingsinstelling. Zij keren dat geld later in termijnen aan je uit, meestal vanaf je pensioendatum of een ander moment dat je kiest. Er zijn verschillende soorten lijfrentes. De oudedagslijfrente is de meest voorkomende vorm. Je ontvangt vanaf je pensioendatum een vaste uitkering voor een aantal jaren of levenslang.

Het voordeel van lijfrente is dat het fiscaal voordelig kan zijn. De inleg is nu fiscaal aftrekbaar en over de uitkeringen later betaal je belasting. Vooral als je op dit moment in een hoger belastingtarief zit dan je na je pensioen verwacht te hebben.

Waar kun je lijfrente opbouwen?
Er zijn verschillende opties om lijfrente op te bouwen. Je kunt terecht bij verzekeraars, banken of beleggingsinstellingen. Het hangt af van jouw persoonlijke situatie en voorkeuren. Ga je al richting pensioenleeftijd en wil je zekerheid? Dan is een lijfrenteverzekering of een bankspaar-lijfrente een goede keuze, waarbij je een vaste uitkering krijgt. Zit je nog ver van je pensioenleeftijd af en kun je meer risico nemen in ruil voor een hoger verwacht rendement? Dan kun je kiezen voor een beleggingslijfrente bij een bank of beleggingsinstelling, waarbij je geld belegt in bijvoorbeeld aandelen of obligaties.

Is lijfrente iets voor jou?
Lijfrente is voor veel mensen een waardevolle aanvulling op hun pensioen. Als je zelfstandig ondernemer bent, of geen of weinig pensioen hebt via je werkgever, is het misschien wel noodzakelijk. Maar ook als je wel een pensioenregeling hebt, kan het slim zijn om extra geld opzij te zetten voor later. Heb je genoeg aan je AOW en pensioen? Of wil je jezelf wat meer inkomen geven om bijvoorbeeld die hobby te blijven uitoefenen, te reizen, of onverwachte kosten op te vangen? Ook als je al wat ouder bent en bijna met pensioen gaat, kan lijfrente interessant zijn. Doordat je de inleg kunt aftrekken van de belasting, levert het nog steeds fiscaal voordeel op.

Begin op tijd (maar beter laat dan nooit!)
Het advies is om zo vroeg mogelijk te beginnen met het opbouwen van lijfrente. Hoe eerder je start, hoe meer je kunt opbouwen en hoe lager je maandelijkse inleg kan blijven. Maar ook als je pas later begint, biedt lijfrente voordelen zoals belastingvoordeel en mogelijk rendement. En dat kan net het verschil maken voor je toekomst.

Conclusie
Lijfrente biedt een flexibele manier om extra pensioen op te bouwen. Of je nu zelfstandig ondernemer bent, een aanvulling zoekt op je pensioen via je werkgever, of simpelweg meer financiële vrijheid wilt na je pensioen: met lijfrente kun je fiscaal voordelig sparen voor later. En zelfs als je al bijna met pensioen gaat, kan het nog steeds een slimme keuze zijn om je inkomen voor later veilig te stellen. Een CFP-gecertificeerd financieel planner kan je verder helpen en jou adviseren bij het maken van keuzes die passen bij jouw persoonlijke situatie.

Op dinsdag 17 september jl., de derde dinsdag van september, heeft het kabinet de (fiscale) plannen voor 2025 gepresenteerd. Welke veranderingen staan er op de agenda en wat betekent dit voor jou in het komende jaar? Daarover lees je meer in dit artikel.

Minder belasting betalen
Per 1 januari 2025 wil het kabinet een extra belastingschijf introduceren in de inkomstenbelasting (box 1). Het kabinet wil deze extra schijf om de correctie van de zorgpremie en huurtoeslag op te vangen. Door deze wijziging gaan de werkende middeninkomens erop vooruit doordat ze minder belasting betalen over het eerste deel van hun inkomen en dus een lager percentage afdragen. Dit is goed nieuws voor de eigen portemonnee.

Tarief box 2 wordt aangepast.
Mensen met een eigen BV moeten over de voordelen uit die BV een box 2 heffing betalen. Deze bestaat sinds 2024 uit 2 schijven. Voor de eerste € 67.000 geldt een tarief van 24,5% en voor het meerdere bedraagt deze 33%. Met ingang van 1 januari 2025 gaat het tarief van 33% naar 31%. Het kan dus interessant zijn om even te wachten met de verkoop van de aandelen in de eigen BV of met het uitkeren van een dividend.

Minder regels voor ondernemers
Ook voor ondernemers staan er veranderingen op stapel. Het kabinet wil minder regels hanteren en lagere lasten waardoor extra geld voor innovaties mogelijk is. Ook op het gebied van de BOR (bedrijfsopvolgingsregeling) gaan er een aantal zaken veranderen. Zo zal de voortzettingstermijn van de BOR veranderen van 5 naar 3 jaar. Als ondernemer heb je dan eerder meer flexibiliteit in de bedrijfsvoering zonder het recht op de BOR te verliezen. Daar staat tegenover dat er nadere regels worden ingevoerd om misbruik van deze faciliteiten tegen te gaan.

MKB-winstvrijstelling
Daarnaast kunnen ondernemers straks profiteren van versimpelde regels voor investeringsaftrekken, wat het financieel aantrekkelijker maakt om te investeren in nieuwe bedrijfsmiddelen. Met deze maatregelen heeft het kabinet als doel de ondernemersomgeving te verbeteren, de belastingdruk te verlagen en investeringen te bevorderen.

In het verlengde hiervan is ook besloten om de MKB-winstvrijstelling minder te verlagen dan eerder dit jaar was aangekondigd. Deze vrijstelling voor mensen met eigen zaak gaat nu per 1 januari 2025 van 13,31% naar 12,7%.

Pensioen
Het kabinet wil de inkomensondersteuning voor AOW-gerechtigden (IOAOW) afschaffen vanaf 1 januari 2025.

Daarnaast wil het kabinet de overbruggingsuitkering AOW (OBR) sluiten voor nieuwe instroom van mensen in vut- of prepensioenregelingen vanaf 1 januari 2025. Deze regeling was bedoeld voor mensen die zich niet konden voorbereiden op de verhoging van de AOW-leeftijd. De regeling blijft doorlopen tot 2027, wanneer de laatste gerechtigden de AOW-leeftijd bereiken.

Nieuwe Pensioenstelsel (Wtp)
Het nieuwe kabinet zal geen maatregelen voorstellen om de Wet toekomst pensioenen (Wtp) aan te passen.
Wel wil het kabinet het aantal werknemers zonder pensioenopbouw in 2028 halveren en dat de maatwerkregeling voor duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden ook in 2025 blijft bestaan. Dit zodat mensen gezond hun pensioen kunnen halen en langer door kunnen werken.

Meer woningen voor ouderen en meer doorstroom
Op het gebied van beschikbare woningen wil het kabinet extra aandacht vragen voor maatregelen die de doorstroom op de huizenmarkt moeten bevorderen. Voor de komende 5 jaar is hiervoor € 5 miljard beschikbaar gesteld en € 2.5 miljard voor infrastructuur.

De cijfers lopen uiteen, maar volgens Vereniging Eigen Huis zullen we tegen 2040 zeker een tekort van honderdduizenden woningen hebben. Ook voor de ouderen zijn extra woningen van groot belang en is het aanbod niet groot. Willen we daarnaast de woningmarkt betaalbaar houden, dan is naast het sneller realiseren van nieuwe woningen, een betere doorstroming ook van groot belang voor zowel ouderen als starters.

Verlaging overdrachtsbelasting vertraagd
Het kabinet is van plan het algemene tarief (dus niet dat van de eigen woning) voor de overdrachtsbelasting te verlagen van 10,4% naar 8%. Dit gaat niet meer lukken per 1 januari 2025 maar deze zit dus nog wel in de pijplijn.

Vraag advies!
Heb je n.a.v. Prinsjesdag vragen over jouw financiële situatie, vraag dan advies aan een gecertificeerd financieel planner. Hij of zij helpt jou graag verder.