Soms lijkt het alsof financiële dienstverleners elke kans aangrijpen om ons te attenderen op de noodzaak om overtollige middelen te beleggen. Wat is toch de motivatie achter al die goedbedoelde adviezen?

Wellicht komt het door het feit dat we bij het maken van financiële keuzes dwars worden gezeten door weeffouten in ons financiële brein. In dit artikel worden 2 weeffouten besproken die ons op het verkeerde been kunnen zetten:

1. Het rente-op-rente-effect (volgens Einstein het 8e wereldwonder), en
2. De geldillusie

Het rente-op-rente-effect
Stel je schaft een product aan dat € 10,- kost en elk jaar 3% in waarde stijgt. Dan kost dat product na 15 jaar € 14,50. Immers er komt 3% * 15 = 45 % bij.
Die redenering is fout: het gaat je € 15,58 kosten. Dit lijkt allemaal nog vrij onschuldig.

Of je schaft een tussenwoning aan voor de prijs van € 400.000. Wat is dan naar verwachting de prijs van deze woning na 25 jaar?

Volgens het CBS stijgen (tussen-)woningen al decennialang gemiddeld met 5% en dat leidt over 25 jaar tot een waarde van € 900.000,-. Immers er komt 5% * 25 = 125% bij. Toch?
Helaas, door het rente-op-rente-effect stijgt deze woning door naar ruim € 1,35 Mio.
(= 400.000 *(1,05^25)). Door het rente-op-rente-effect zal de uiteindelijke waarde van deze woning aanzienlijk hoger liggen. Een verschil van maar liefst 50%!

We onderschatten de gevolgen op lange(-re) termijn van het rente-op-rente-effect, ofwel ‘compound interest’. Einstein noemde ‘compound interest’ het 8e wereldwonder; “He who understands it, earns it. He who doesn’t, pays it”

De geldillusie
De geldillusie beschrijft het fenomeen dat we de neiging hebben om naar de nominale waarde van geld te kijken in plaats van naar de reële waarde. En dat zet ons op het verkeerde been. Het maakt dat we onvoldoende maatregelen nemen voor wensen en uitgaven die ver(-der) in de toekomst liggen.

Door inflatie neemt de koopkracht van geld af. Daardoor hebben we veel meer geld nodig voor de aanschaf van eenzelfde hoeveelheid producten. Maar we vinden het moeilijk voor te stellen dat we voor toekomstige uitgaven zoveel geld moeten neertellen. Dat kan toch niemand meer betalen? En dus leidt die ontkenning tot het feit dat we onvoldoende maatregelen nemen. Puur door ons denken in nominale bedragen.

Als de prijs van onze eigen woning stijgt, ervaren we dat normaliter als positief. Maar verander eigen woning eens door:

  • Eerder stoppen met werken
  • Kinderen laten studeren in het buitenland
  • Een huisje aan zee, of
  • Een zorgeloze oudedag

Dan leidt het onderschatten van het prijskaartje tot minder leuke uitkomsten.

We lopen dus een reëel risico dat we te weinig reserveren voor die wensen. Want, als we niet geloven dat een huisje aan zee of eerder stoppen met werken in de toekomst zoveel meer zal gaan kosten, zullen we daarvoor nooit het benodigde vermogen reserveren. We zetten, doordat we leiden aan money illusion, simpelweg te weinig apart.

Krijg inzicht in jouw financiële situatie
Een gecertificeerd financieel planner met het CFP-keurmerk behoedt je hiervoor en helpt je met het krijgen van meer inzicht in je financiële situatie en met het maken van een weldoordacht financieel plan. Onze intuïtie laat ons in de steek door de geldillusie en we vinden het lastig om het rente-op-rente effect juist te beoordelen. Heb je wensen voor de toekomst en wil je graag weten hoe jouw financiële plaatje eruit ziet? Maak dan eens een afspraak met een financieel planner bij jou in de buurt.

In een vorig artikel hebben we aandacht besteedt aan de achtergrond en theorie van Behavioral Finance. Er zijn op dit gebied talloze voorbeelden te noemen, in dit tweede, en tevens laatste artikel over Behavioral Finance, lichten we er nog twee toe.

Confirmation bias – op zoek naar bevestiging
Velen zullen dit herkennen, wanneer we een keuze hebben gemaakt gaan we op zoek naar iets dat onze keuze bevestigd, dit noemen we confirmation bias (bevestigingsvooroordeel). Stel dat je een belangrijke beslissing over iets hebt genomen en vervolgens zie je twee e-mails in je inbox staan. E-mail 1 heeft als onderwerp “10 argumenten waarom je beslissing GOED is”, de tweede e-mail heeft als onderwerp “10 argumenten waarom je beslissing FOUT is”. Welke lees je en welke verwijder je?

De meesten van ons maken eerst hun keuze en gaan daarna op ‘onderzoek’ uit. En dit ‘onderzoek’ bestaat dan uit het negeren van alles wat het niet met je eens is. In plaats daarvan zoek je naar informatie die jouw, inmiddels al lang genomen, beslissing goedkeurt. Dit is natuurlijk helemaal geen onderzoek, dit is wat we confirmation bias noemen.

Je wilt voorkomen dat je door tunnelvisie een verkeerde beslissing neemt, onderstaand stappenplan kan je hierbij helpen.

  • Zoek iemand die het niet eens is met de beslissing die je gaat nemen.
  • Vraag waarom diegene het niet met je eens is.
  • Luister aandachtig, maar dan wel echt luisteren. Zoals Steven Covey zegt: “luister met het doel om te begrijpen, niet om begrepen te worden.”
  • Luister net zolang tot je de ander begrijpt.

De rol van een financieel planner
Klinkt simpel toch? In de praktijk blijkt het toch wat lastiger, het zou namelijk zomaar kunnen zijn dat je moet concluderen dat je het fout had. En dat valt niet voor iedereen mee. Een financieel planner kan hier een belangrijke rol in spelen, een goede adviseur gaat niet klakkeloos mee in ieder voorstel wat je op tafel gooit en geeft dus ook wel eens een ‘nee’ als advies. Vraag dan waarom en luister.

Action bias – het gevoel van iets moeten doen
Ook dit is een bekende valkuil, veel mensen hebben de drang om iets te moeten doen als de beurs daalt. Vergelijk dit met een voetbalkeeper die een penalty moet proberen te stoppen, wat kan hij het beste doen? Uiteraard is hier onderzoek naar gedaan. Bijna iedere keeper (95%) duikt naar een hoek, uit het onderzoek (van Bar-Eli & Azar) bleek dat een ‘duikende’ keeper een kans heeft van 15% om de penalty te stoppen. Dat is ongeveer 1 op de 7 penalty’s. Van alle onderzochte penalty’s bleek dat er 29% door het midden werden geschoten. Door niets te doen vergroot je dus je kans om een penalty te stoppen van 1 op 7 naar ongeveer 1 op 3. Waarom zoveel keepers dan toch duiken? Instinct, het gevoel van iets moeten doen, ook al weet je dat het je kansen niet vergroot.

Bij beleggers zien we dit ook, als er op de beurs iets gebeurt, dan is het instinct om iets te doen zoals kopen of verkopen. Uit onderzoek blijkt echter dat niets doen, hoe onnatuurlijk dit ook voelt, veelal het beste resultaat oplevert.

Vraag advies
Wil je meer weten over behavioral finance of hoe je verstandig kan beleggen zonder in (emotionele) valkuilen te trappen? Neem dan contact op met een CFP-Professional want hij/zij heeft de nodige vakkennis in huis en kan je verder informeren.

Jarenlang leefden we in de overtuiging dat in de wereld van financiën en beleggen vooral rationale beslissingen werden genomen. Inmiddels weten we wel beter, de afgelopen decennia is er dan ook veel onderzoek gedaan naar ons gedrag op het gebied van beleggen. Dit vatten we ook wel samen onder het begrip “Behavioral Finance”. In dit tweeluik wordt uitgelegd wat Behavioral Finance is, in het eerste deel ligt de aandacht op de achtergrond en theorie. In het tweede deel komen voorbeelden aan bod die velen vast zullen herkennen.

Homo Economicus
De (economische) wetenschap gaat er in de basis vanuit dat wij als mensen rationele afwegingen maken om zo een keuze te maken die voor ons het beste uitpakt. Ook wel de homo economicus genoemd. Dit was een tijdlang het overheersende idee in de economie, maar laten we het maar direct op tafel leggen…wij zijn niet rationeel.

Emotie is je grootste vijand
De grootste impact op je resultaat komt door je gedrag tijdens stressmomenten. Vele onderzoeken (bv. van Dalbar) laten zien dat beleggers de grootste vijand zijn voor een goed rendement. Paniek, angst, kuddegedrag en het vergelijken zijn hier een paar voorbeelden van. Gemiddeld behalen beleggers nog niet eens het rendement van een spaarrekening. Ze verkopen te snel, kopen te laat, of handelen te veel. Dit is bijna altijd te wijten aan de emotie. Maar die kun je onder controle houden.

Onderstaande tekening is van Carl Richards (google hem maar eens, hij heeft veel van dit soort schetsjes gemaakt). Deze tekening vat het eigenlijk wel mooi samen. Hij noemt het verschil tussen de beleggingsrendementen en de rendementen die de belegger zelf maakt, de behavior gap. Veroorzaakt door de belegger, en helaas is het verschil per definitie negatief.

Volgens Dalbar, wat onderzoek doet naar het gedrag van beleggers, realiseert de gemiddelde belegger 4,5% slechter dan de markt. Dit wordt ook bevestigd door talloze andere onderzoeken én praktijkervaring. Het gedrag van beleggers is onlogisch en vaak emotioneel gebaseerd, wat leidt tot onverstandige beleggingsbeslissingen voor de lange termijn. Enkele van de meest voorkomende fouten zijn:

  • Instappen wanneer de beurs al een tijd aan het stijgen is. Dit druist in tegen de aloude beleggingswijsheid: buy low, sell high.
  • Overreageren tijdens onzekere tijden (De mens lijdt het meest aan het lijden dat hij vreest).
  • Zelfoverschatting, op een gegeven moment gaan we geloven dat we zelf de toekomst kunnen voorspellen. En zoals Mark Twain ooit al zei: “Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat.”

Het snijvlak van psychologie en beleggen duiden we dus aan als Behavioral Finance.

We zijn misschien niet in staat om onze aangeboren neigingen volledig te overwinnen, maar als we ons hier bewust van zijn en van hun triggers, dan zouden we slechte beslissingen kunnen verminderen. Media (financiële media en algemene media) zijn bijvoorbeeld doelbewust ontworpen om mensen emotioneel geladen te houden. Het doel is om individuen afgestemd te houden op een bepaald station of geabonneerd te houden op een tijdschrift en/of krant.

Wanneer je bij het nemen van financiële beslissingen de impact van jouw emotie zoveel mogelijk wil controleren, probeer dan onderstaande tips eens te volgen:

  • Temper je enthousiasme in goede tijden.
  • Word optimistischer als de dingen er slecht uitzien.
  • Volg het nieuws minder.
  • Houd je aan je, financiële plan.

Dalbar voert dit onderzoek overigens al jarenlang uit, en resultaten tonen dat de ‘behavior gap’ langzaam maar zeker iets kleiner wordt. Zou dat dan komen omdat steeds meer mensen beleggen met de hulp van een CPF-professional?

Wil je meer weten over behavioral finance of hoe je verstandig kan beleggen zonder in (emotionele) valkuilen te trappen? Neem dan contact op met een CFP-Professional. Hij/zij heeft de nodige vakkennis in huis en kan je verder informeren.

Cryptocurrencies (zoals een Bitcoin, Ethereum en Tether) blijven iets magisch en mysterieus hebben, maar wat is nu precies een cryptocurrency of cryptomunt?

Allereerst is een cryptomunt geen wettig betaalmiddel en is dus geen geld zoals de Euro dat voor ons is. We rekenen dan ook niet in cryptomunten. Maar wat is het dan wel?

Je zou een cryptomunt kunnen omschrijven als een vermogenstitel, die digitaal wordt bijgehouden in een blockchain of distributed ledger. Direct veel vaktaal: Wat is een vermogenstitel, een blockchain of distributed ledger? Dus in eenvoudige taal: een soort van geld dat digitaal wordt aangehouden op bijvoorbeeld een rekening (wallet genoemd). De digitale rekening, aangehouden in een cryptovaluta, kan per seconde snel in waarde stijgen of dalen (volatiliteit) en je weet als houder van een dergelijke wallet niet of je ook wordt terugbetaald. Er is geen toezicht van de centrale bank op tegoeden van cryptomunten, laat staan dat er sprake is van een zogenaamde garantieregeling.

Het openen van een rekening in cryptomunten kent dus in ieder geval twee grote risico’s: je weet niet wat er gebeurt met de waarde en je weet niet of er wordt terugbetaald.

Waarom zou je beleggen in cryptomunten?
Er is in de bellegingsliteratuur nog weinig bekend over dit fenomeen, net zoals dat was in de jaren ’70 en ’80 toen het beleggen in aandelenopties in opkomst was.

Hoe kun je nu iets leren over dit nieuwe fenomeen?
Door het gecontroleerd te proberen, kom je erachter hoe het werkt en wat het doet. Schaf bij een betrouwbaar walletbedrijf een eigen wallet aan, voor een bedrag dat je echt over hebt, bijvoorbeeld: €500. Schaf 10 verschillende cryptomunten aan (voor elk €50) en volg deze ‘belegging’ voor zo’n 6 maanden (door bijvoorbeeld elke dag of week te kijken wat er gebeurt met elke cryptomunt). Zo bouw je ervaring op met je wallet en je ‘belegging’. Het is leuk om dat met een aantal mensen te doen en de wallets van elkaar te vergelijken.

Leren door te doen of inductief / experimenteel leren.
De vorm van leren door te doen (is ervaringsleren) is een manier om te begrijpen hoe cryptomunten werken en je bent maximaal €500 kwijt als het mis zou gaan (een bedrag van een weekendje Parijs met zijn tweeën).

Zo ben ik zelf op deze wijze begonnen met een ‘belegging’ van €500 en na 8 maanden was die zo’n €600 waard (met zelfs een top op €900): Met een effectief rendement van ruim 30% op jaarbasis.

Wat heb ik ervan geleerd?
Wordt niet inhalig, ga niet verkopen op het moment dat je wallet op €900 staat, en koop er ook geen extra cryptomunten bij. Het is een beetje hetzelfde als bij een casino, blijf beheerst! Dus een gecontroleerd experiment (met bijvoorbeeld €500), onder begeleiding van een CFP-professional is aan te raden, om kennis op te bouwen.

Advies
Voor het serieuze beleggen met grotere bedragen, voor het zeker stellen van je pensioen, het eerder stoppen met werken of het financieren van de studie van je kinderen, zou ik niet adviseren om dat in Cryptomunten te doen.

Hiervoor kun je beter andere stabielere beleggingsinstrumenten overwegen, waarvan de CFP-professional de nodige vakkennis in huis heeft. Zowel qua financiële techniek, fiscaal, als qua planning in de tijd.

Dus een antwoord op mijn vraag: Kun je eigenlijk wel beleggen met Cryptocurrencies? Niet doen!
Wil je meer weten, ontwikkel dan je kennis met een gering bedrag, bij een veilige aanbieder van een wallet. We kennen allemaal het FOMO-principe (Fear Of Missing Out) en misschien ook wel het gedrag om niet te kunnen stoppen in een casino; mijn advies is om je niet aan dergelijke ‘animal spirits’ over te geven als het om serieuze beleggingen gaat!

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Jan Jansen, hoofddocent Economie verbonden aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), richting accountancy.

Iedereen wil graag het leven leiden zoals hij of zij graag wil. Het is prettig om zelf je keuzes te maken en het is heel vervelend als er keuzes voor jou worden gemaakt waar je niet achterstaat. Dat klinkt misschien gek, maar daar kun je zelf wat aan doen.

Ze zeggen wel eens dat geld niet gelukkig maakt, maar dat is niet een gegeven. Te veel geld kan misschien wel eens ongelukkig maken, maar te weinig geld doet dat veel eerder. Hoeveel problemen ontstaan er wel niet door gebrek aan geld?

Geld is een bijzonder handig instrument om je eigen leven in te delen en je keuzes te kunnen maken. Hoe doe je dat dan?

Met financiële planning kijk je naar wat je nu uitgeeft en wat je nu binnenkrijgt. En of dit wel of niet voldoende is om je leven te leiden zoals je dat wilt. Financiële planning is ook kijken naar de toekomst. Wat is er nou fijner dan nu goed te kunnen leven, maar straks ook, én dat je je geen zorgen hoeft te maken over of je straks nog met vakantie kunt, of, nog erger, je boodschappen wel kunt betalen? Niet voor niets wordt er jaarlijks een hele week besteed aan ‘pensioen’.

Pensioen, Suf?
Hoe suf is dat, kun je bedenken. Nou, wat denk je van 1 week ‘suf’ en 51 weken ‘sprankelend’? Want die ‘suffe’ kennis kon wel eens een enorme impact hebben op je wel of niet sprankelende toekomst. Is pensioen moeilijk? Nee, in de basis is pensioen zo makkelijk als wat. Als je van elke euro die je verdient 30 cent opzij legt en je doet dit dertig jaar lang en je belegt dit ook nog eens goed, dan zou dit wel eens heel goed voor je kunnen uitpakken. In pensioenland komen we allerlei verschillende termen tegen: middelloon, beschikbare premie, lifecyclebeleggen, eigen bijdrage.

Denk aan de kern: geld opzij zetten voor later.

Lifecycle beleggen, wat is dat?
Geld dat je opzij zet voor pensioen, of je dit nu doet via een pensioenpremie, via je salarisstrook of door geld in een lijfrentecontract te storten, het wordt allemaal belegd. Alles gaat in aandelen, obligaties, vastgoed, alternatieve beleggingen zoals grondstoffen of goud. De verzekeringsmaatschappij, vermogensbeheerder of bank bepaalt op hun beurt hoe het wordt belegd en doet dat door niet alle eieren in één mandje te leggen.

Gemiddeld kan zo’n pensioenfonds hiermee wel tussen de 5 en 10% per jaar verdienen. Soms is het (veel) meer, soms is het (veel) minder. Dat golft mee op de economie. Naarmate je dichter komt bij het moment dat je je pensioen wilt laten uitkeren, kun je je minder goed enorme schommelingen veroorloven. Als jouw pensioenpotje van € 500.000,- ineens door een beursdaling € 400.000,- waard is en je hebt geld nodig voor je pensioen, dan kun je op dat moment niet rustig afwachten totdat alles weer stijgt.

Met lifecycle beleggen wordt de beweeglijkheid van jouw potje minder naarmate je dichter bij pensioen komt.
Als je dit nu weet, en je weet dat je met verantwoord beleggen dit soort principes kunt toepassen, dan kun je ook met een geruster hart beleggen binnen je pensioenpotje en dus verantwoord opbouwen. Want misschien heb je dan van die 1 euro geen 30 cent inleg nodig maar 25 cent. Het is dus altijd de balans zoeken tussen nu goed leven en straks goed leven. Dit is maar één voorbeeld. Er speelt natuurlijk meer mee met pensioen, maar om dat allemaal uit te rekenen en je de voor jou optimale mogelijkheden door te rekenen, heb je je eigen gecertificeerd financieel planner.

Maak je leven sprankelend nu en in de toekomst. En bepaal je straks zelf of je blijft werken of niet: het is aan jou.

Regelmatig wordt de vraag gesteld of obligaties nog een interessante categorie is om in te beleggen. De bovenstaande uitspraak van een bekende Nederlandse voetballer geeft wat perspectief over de actuele staat van de obligatiemarkten. Juist na de horrorperiode voor deze beleggingscategorie in dit jaar.

Het nadeel

Vrijwel nooit in de historie zijn obligaties in de breedte zo afgestraft. Alleen in 1721, 1865 en 1920 waren er grotere koersverliezen op obligaties. Dalingen van 20% en meer liggen achter ons. Als voorbeeld kunnen we de Nederlandse staatsobligatie met een looptijd van 10 jaar nemen. Deze had een effectief rendement van ongeveer 0% bij de start van het jaar en dat bedraagt nu ongeveer 2,5%. Deze rentesprong is een aardverschuiving in obligatieland en had dit jaar een koersdaling tot gevolg van ongeveer 20%.

Een dergelijke daling voor zo’n veilige belegging …..? Het geeft in ieder geval aan dat in beleggingsland op korte termijn niets in beton gegoten is. Een als defensief beschouwde categorie kwam onder grote druk te staan. Nu was het startpunt van deze obligatiecrash met een rente van nul of lager een ‘accident waiting to happen’ maar de snelheid van de rentestijging en de daarmee samenhangende daling van koersen, is dan wel opzienbarend. Als vermogensbeheerder kun je waarde toevoegen in een dergelijk moeilijk scenario, door minder in obligaties te beleggen, de looptijd van de obligatiebeleggingen te verkorten en ook inflatie-linked obligaties toe te voegen die (deels) meegroeien met de inflatieverwachtingen. Dat heeft vermogensbeheerder OAKK toegepast en daarmee de schade stevig kunnen beperken, al beseffen wij goed dat deze voor defensieve profielen nog steeds hoog is.

Het voordeel

Wij weten niet of de rentestijgingen over zijn en daarmee de koersdalingen van de obligaties. Wel weten we dat de effectieve rendementen op obligatieportefeuilles weer op een dusdanig niveau zijn, dat die op de lange termijn sterker positief gaan bijdragen aan het portefeuillerendement. Dat betekent in de essentie dat de categorie weer interessanter is geworden voor beleggers. Indien de renteverhogingen de inflatie temmen en de economie afkoelen, zal de categorie zelfs koersstijgingen kunnen opleveren.

Kortom; in tegenstelling tot slechts 9 maanden geleden is de categorie obligaties weer een stuk interessanter geworden voor beleggers. Dat zie je ook terug in de rendementsprognoses van de OAKK-profielportefeuilles, waarbij die van defensieve profielen vooral zijn toegenomen. Hiermee willen wij geen advies geven over een bepaald risicoprofiel maar vooral aangeven dat de afgelopen periode ook een goede keerzijde kent.

Mocht u hierover nog vragen hebben of meer willen weten of dat dit voor u passend zou kunnen zijn, neem dan eens contact op met een gecertificeerd Financieel Planner.

Meer en meer consumenten zijn zich bewust van risico’s rond klimaatverandering en de opwarming van de aarde voor onze samenleving. Dit heeft geleid tot een grotere vraag naar duurzame beleggingsproducten. De verwachting is dat niet alleen de belangstelling van particuliere beleggers voor duurzame producten groeit, maar dat de vraag in de komende vijf jaar zelfs kan verdubbelen.

Op dit moment zijn het nog vooral de professionele beleggers – zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen – die de risico’s en kansen van klimaatverandering in hun beleggingsstrategie en -beleid opnemen. Maar ook financieel planners nemen duurzaam en groen beleggen mee in hun advisering. Dat is noodzakelijk om te voorzien in jouw vraag en verder om onze leefomgeving te beschermen tegen onverantwoorde praktijken van bedrijven die ten koste van alles de winst willen vergroten.

Als we het hebben over duurzaam beleggen, dan denken veel mensen al snel aan klimaat en milieu. Maar het begrip ‘duurzaamheid’ omhelst veel meer. Ook sociale factoren zijn namelijk belangrijk om rekening mee te houden. Als je bijvoorbeeld weet dat jouw zonnepanelen in China zijn gefabriceerd door dwangarbeiders, dan kijk je als consument wellicht toch anders naar dit soort ‘groene’ producten. Aanbieders van groene en duurzame beleggingsproducten zullen met voorgaande rekening houden en verder bedrijven uitsluiten van hun beleggingsbeleid, wanneer zij betrokken zijn bij bijvoorbeeld: bonthandel, dierproeven, discriminatie, dwangarbeid of uitbuiting, genetische manipulatie, jacht op bedreigde diersoorten, kansspelen, kap en handel in tropisch hardhout, kernenergie, kinderarbeid, schending van de mensenrechten en wapenproductie of wapenhandel.

ESG en PPP
Om te meten hoe maatschappelijk verantwoord een bedrijf is, krijgen deze van speciale beoordelaars een ESG-score. Op deze manier kun je eenvoudig zien hoe duurzaam en groen een bepaalde belegging is. De afkorting ESG staat voor Environmental, Social en Governance. De ‘E’ ziet toe in welke mate een bedrijf bijdraagt aan de klimaatverandering, hoe zij omgaat met het gebruik van fossiele brandstoffen en bijdraagt aan (lucht)vervuiling en ontbossing. De ‘S’ gaat over onder andere kinderarbeid, moderne vormen van slavernij en werknemersrechten. De diversiteit binnen het bestuur van een bedrijf, de mate van corruptie en een verantwoord beloningsbeleid kan worden afgeleid uit ‘G’.

Naast ESG-factoren spelen verder de drie P’s een belangrijke rol binnen duurzaam en groen beleggen. De drie P’s staan voor People (mensen), Planet (planeet – de aarde) en Profit (winst). Bij ‘mensen’ moet worden gedacht aan sociale rechten, waarbij bijvoorbeeld gekeken wordt naar mensenrechten. Hoe bedrijven omgaan met het milieu – afvalverwerking en productieproces – valt onder ‘planeet/ de aarde’. Bij ‘winst’ wordt niet alleen gekeken naar hoeveel winst er geproduceerd wordt, maar ook naar andere economische factoren.

Grijze en groene producten
Financiële producten worden door middel van wetgeving – Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) – in één van de volgende drie categorieën geplaatst. Artikel 6 voor fondsen die geen duurzaamheidsafwegingen meenemen (aangeduid met de kleur grijs), artikel 8 voor fondsen die duurzaamheid promoten (aangeduid met de kleur lichtgroen) en artikel 9 voor fondsen die duurzaam beleggen als doel hebben (donkergroen). Een voorbeeld van productaanbieders met artikel 9-producten zijn ASN en Triodos, maar ook wereldwijd bekende fondshuizen als Amundi, Black Rock (Ishares) bieden artikel 9-producten aan.

Impact op rendement
Beleggen in duurzame beleggingsproducten levert niet alleen een positieve bijdrage aan de strijd tegen een betere wereld, het kan ook leiden tot betere verwachte resultaten voor jou als belegger.

Stel, je kunt kiezen tussen een traditionele aandelenportefeuille en een duurzame aandelenportefeuille, waarvan bewust niet-duurzame en minder klimaatweerbare bedrijven zijn uitgesloten. De duurzame portefeuille heeft daardoor een significant andere invulling dan de traditionele portefeuille. Deze portefeuille zal hoogstwaarschijnlijk beter presteren dan een traditionele portefeuille, wanneer ervan uitgegaan wordt dat de temperatuur op aarde met twee graden Celsius zal stijgen.

Een financieel planner kan de voordelen van deze duurzame portefeuille ten opzichte van de niet-duurzame portefeuille doorrekenen op basis van verwacht risico en rendement. Omdat een aantal regio’s en sectoren waarschijnlijk sterker door economische hervormingen en andere klimaatontwikkelingen wordt getroffen dan andere, kan dit leiden tot een hoger rendementsperspectief voor de duurzame portefeuille. En dit laatste is weer van belang om te weten of het product aansluit bij jouw wensen en doelen.

Lijkt duurzaam, is het niet
Sinds vorig jaar gelden er nieuwe Europese regels die duurzaam beleggen transparanter moeten maken. Naar aanleiding daarvan deed onze toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) onderzoek bij Nederlandse beleggingsfondsen. Daaruit blijkt dat 57% van de 1.250 Nederlandse fondsen volgens de beheerder geen duurzame kenmerken heeft. Ook plaatst AFM vraagtekens bij de duurzaamheid van fondsen die volgens de fondsbeheerders wel duurzaam zijn.

Goed te weten is dat onze overheid een aantal fiscaal erkende groenfondsen heeft aangewezen. Het voordeel hiervan is dat je een fiscale korting krijgt van € 61.215 per persoon (doe je samen met jouw fiscaal partner aangifte, dan geldt het dubbele bedrag). Op deze manier betaal je minder ‘vermogensbelasting’. Naast deze vrijstelling heb je ook nog recht op een extra heffingskorting van 0,7% over het vrijgestelde bedrag. Helaas zijn de meeste duurzame en verantwoorde beleggingsfondsen en ETF’s (indexfondsen) niet duurzaam genoeg om aan de richtlijnen voor groene beleggingen te voldoen.

Een CFP-Professional is een deskundig en gecertificeerd financieel planner die jou graag helpt met het nemen van bewuste, groene en écht duurzame beleggingsbeslissingen. Deze leiden er vervolgens toe dat ook jouw persoonlijke doelen dichterbij komen!

Onze rol als uw onafhankelijk financieel adviseur is samen met u de beste financiële beslissingen nemen. Per persoon zijn deze beslissingen anders. En dat is logisch, want uw leven is anders dan die van uw buren, vrienden of familie.

Toch zien wij vaak vergelijkbare zaken bij onze klanten. Zo heeft bijna iedereen een verzekering nodig, sluit bijna iedereen een hypotheek af en bouwen de meeste klanten vermogen op via een beleggingsrekening. Dat laatste is nodig door de lage spaarrente, terugtrekkende overheid en behoefte aan een beter pensioen. Daarom kiezen veel van onze klanten voor een beleggingsrekening bij een vermogensbeheerder. Maar hoe levert beleggen via een vermogensbeheerder een beter resultaat op?

1. Ratio: Zelf beleggen kost u rendement
Eerder schreven wij vaak over het gevaar van emotie bij beslissingen over geld. We zijn allemaal vatbaar voor ons gevoel als het onrustig wordt op de beurzen. Of het nu gaat om een daling of juist een harde stijging. Vaak hebben we dan het gevoel dat we actie moeten ondernemen. Dit gevoel is vaak niet rationeel. Daarom vinden wij het verstandig om de beleggingskeuzes uit te besteden aan een partij die objectief naar uw situatie kijkt. Deze partij maakt overwogen keuzes op basis van ratio. Onderzoek van onder andere Vanguard (een grote Amerikaanse vermogensbeheerder) wijst uit dat beleggers die zelf keuzes maken, 1% tot 1,5% minder rendement per jaar maken. Vaak komt dit door verkeerde handelingen op het verkeerde moment.

2. Spreiding: Hoe profiteert u van een Nobelprijswinnaar?
Spreiding betekent dat specifieke gebeurtenissen weinig tot geen invloed hebben op het rendement. Een voorbeeld is een faillissement van een bedrijf. Stel dat een bedrijf omvalt, dan bent u als belegger uw geld kwijt. Belegt u in meerdere bedrijven, dan wordt uw verlies zoveel kleiner dat het slechts een kleine rimpeling is in het rendement. Een vermogensbeheerder zorgt doorlopend voor de goede spreiding. Door de portefeuille aan te passen en rekening te houden met de onderliggende bewegingsverbanden die er tussen beleggingscategorieën zijn. Dit laatste klinkt lastig en is het ook wel. Gewoon even een aandelenindex kopen en niets meer doen is te simpel. Een betere spreiding is mogelijk, waardoor uw risico acceptabel blijft, maar het resultaat verbetert. Professor Harry Markowitz deed hier jarenlang onderzoek naar en won een Nobelprijs. Door gebruik te maken van zijn efficiënte portefeuilletheorie wordt een portefeuille optimaal gespreid. Hierbij wordt dan rekening gehouden met het bewegingsverband (correlatie) tussen de verschillende beleggingscategorieën.

3. Discipline: Dit kan u 1,7% extra rendement opleveren
Een goed beleggingsrendement ontstaat ook door discipline. Met discipline bedoelen we: vasthouden aan uw strategie. Stel u gaat beleggen. Dan moet u een bepaalde beleggingsstrategie kiezen. Gaat u 100% in de aandelen? Of 50% in aandelen en 50% in obligaties? U kiest een beleggingsstrategie op basis van uw persoonlijke en financiële situatie. Hoe lang wilt u beleggen? Wat is uw doel? Hoeveel geld kunt u missen? En welk risico wilt u lopen? Om ‘discipline’ uit te leggen nemen we de 50/50 beleggingsstrategie als voorbeeld. In het jaar 2020 stegen de beurzen in de eerste 6 weken hard, dus met andere woorden: aandelen stegen. De beleggingsportefeuille groeide daardoor scheef. De portefeuille bestond nu opeens uit 70% aandelen en 30% obligaties. Klinkt positief, goedlopende aandelen, maar dat is het niet. U belegt namelijk niet voor niets in een beleggingsstrategie met 50% aandelen en 50% obligaties. Deze strategie past bij uw situatie. Discipline betekent dus dat een deel aandelen verkocht moeten worden en obligaties gekocht, zodat de portefeuille weer in balans is. Na deze 6 weken kwam er een beurscrash door de coronapandemie. De situatie was nu omgedraaid: aandelen daalden en obligaties stegen. Ook hierna moet de portefeuille weer in balans gebracht worden. Dit in balans brengen van de portefeuille gaat tegen onze natuur in. Want waarom zou je goedlopende aandelen of obligaties verkopen? Een vermogensbeheerder maakt deze strategische keuzes voor u. Dit gedisciplineerd in balans brengen van de portefeuille leverde vermogensbeheerders vaak een extra rendement op van zo’n 1,7%!

4. Kosten: Een vermogensbeheerder kost wat, maar levert ook wat op
Een vermogensbeheerder kost u geld. U betaalt namelijk voor het werk dat zij voor u doen. Levert een externe partij dan wel genoeg waarde voor de vergoeding die u hen betaalt? Onze ervaring is dat dit zeker zo is. Dit komt door een aantal zaken. Allereerst kunnen vermogensbeheerders vaak beter aankopen dan de doe-het-zelf belegger. Het is als inkopen als een groothandel. Een vermogensbeheerder krijgt soms dezelfde producten tegen lagere kosten. Daarnaast kiezen vermogensbeheerders waarmee wij werken zoveel mogelijk voor fiscale beleggingsinstellingen (FBI’s). Dit betekent dat u daarmee uw betaalde dividendbelasting kunt terugvragen. Dit is gunstig natuurlijk. Ook kan een vermogensbeheerder door betere spreiding, discipline en een doordacht beleggingsbeleid, een beter netto rendement behalen dan de index die u zelf zou kunnen kopen. Een laatste voordeel is dat u uw kostbare tijd aan iets anders kunt besteden dan het in de gaten houden van uw beleggingen. Dit is zeker geld waard. Net zoals sommige mensen een schoonmaker inhuren of een financieel adviseur ????

5. Koers houden: Beleggen is geen doel op zich
Doordat u via ons bij een vermogensbeheerder belegt, krijgt uw belegging meer richting. Uw vermogensbeheerder zal in overeenstemming met ons uw portefeuille blijven aansluiten op uw situatie en uw wensen. Uw belegging is namelijk altijd onderdeel van een persoonlijk financieel plan. Beleggen is dus geen doel op zich en we zetten het alleen in als het past bij uw situatie. Wij  werken alleen samen met vermogensbeheerders die onze rol daarin erkennen. Dit zorgt dat uw vermogen op de juiste manier wordt opgebouwd en u niet te weinig of juist te veel risico neemt met uw belangrijke vermogen. Meerdere onderzoeken tonen aan dat beleggers die vermogen opbouwen via adviseurs en vermogensbeheerders tot wel 3,75% extra rendement kunnen krijgen!

Wilt u hierover in gesprek? Neem gerust vrijblijvend contact hierover op met ons.

Wie kent ze inmiddels niet, de Bitcoin, Ethereum of de Litecoin? Het zijn alle drie cryptocurrencies of cryptovaluta, digitale munten waarmee je veel geld kunt verdienen of verliezen. Wat is het precies en hoe kun je ermee omgaan?

We kennen allemaal het begin van het verhaal. In mei 2010 werd er voor 20.000 bitcoin (BTC) een pizza gekocht. De pizza kostte omgerekend 25 Amerikaanse dollar. Wie vandaag de dag 20.000 BTC heeft, is multimiljonair. De koers fluctueert zo’n beetje iedere seconde, maar een waarde van € 39.000 is een prijs voor 1 BTC die de afgelopen weken is gerealiseerd. 20.000 BTC zou vandaag dus € 740 miljoen waard zijn. Achteraf een dure pizza…

Wat is een cryptovaluta?

Inmiddels zijn er duizenden digitale munten. De Bitcoin is verreweg de meest verhandelde munt. Er is voor ongeveer 822 miljard dollar aan Bitcoins in de wereld. De nummer 2, Ethereum, heeft 346 miljard, Uniswap, nummer 10 van dit moment, heeft een totaal van 15 miljard dollar aan digitale munten wereldwijd. Een digitale munt is een rekeneenheid in de blockchain, de keten van automatische computerhandelingen die vastlegt wat een digitale munt is, hoeveel ervan zijn en welke transacties er plaatsvinden. Er is dus nergens een fysieke munt of een fysiek bankbiljet, er ligt ook nergens een hoopje goud als tegenwaarde.

De bekendste, de Bitcoin, dankt zijn waarde alleen aan het gebruik, aan vraag en aanbod. Verder is het lucht. Sommige andere munten zijn gekoppeld aan een project of een bedrijf, zodat er nog iets van een extra waarde kan zijn. Die munten lijken dan een beetje op aandelen in een bedrijf, soms is dat ook zo.

Wat is blockchain?

Om met digitale munten te kunnen werken is er onderliggend een blockchain nodig. Een blockchain is een ‘keten van blokken’ met informatie, een soort keten van computerprogramma’s. In de blockchain kun je van alles vastleggen. Je kunt een bepaalde koop of verkoop administreren, je kunt een transportverzekering afsluiten, je kunt er in vastleggen dat je een eigen digitale munt gaat uitgeven of je kunt er bestaande digitale munten in verhandelen. De blockchain is soms een fabriek die van alles maakt, soms een snelweg waarover alles loopt.

Belangrijk: doordat heel veel computers via het internet aan elkaar zijn gekoppeld en toestemming moeten geven voor een bepaalde actie, kan er niet of nauwelijks mee gemanipuleerd worden. En dat maakt een proces dat via de blockchain loopt veiliger, transparanter en sneller.

Hoe kun je crypto’s kopen en verkopen?

Om rechtstreeks in bijvoorbeeld Bitcoin te kunnen handelen, heb je een ‘wallet’ nodig, een online portemonnee. Je opent een soort online bankrekening. Dat doe je bij bekende partijen als Binance, Coinbase, Kraken of een kleinere, minder bekende wallet. Je stort daar vanaf je Nederlandse bankrekening of via een creditcard euro’s of dollars op en die worden omgezet in bijvoorbeeld Bitcoin. Het overboeken van Bitcoin loopt vanaf je saldo bij zo’n wallet. Een ‘bankrekening’ is dan een opsomming van letters en cijfers geworden. En een overboeking gaat razendsnel en goedkoop. Alles is digitaal en gaat realtime, al zie je nog wel vertragingen onderweg.

Is het veilig?

Wat is veilig? Blockchain als zodanig is veilig, want duizenden computers zorgen ervoor dat een transactie veilig verloopt. De onveiligheid zit meer in andere aspecten. Allereerst je wachtwoord. Ben je dat kwijt, dan ben je ook je saldo kwijt. Het is allemaal zo goed beveiligd (en anoniem) dat je niet even makkelijk een vergeten wachtwoord kunt opvragen. En is een wallet veilig? Niet altijd. Er zijn voorbeelden van fraude, waarbij een wallet zomaar verdwenen is. Een grote, betrouwbare partij is dus geen luxe.

Is het risicovol?

En dan de waarde, die is niet stabiel. De Bitcoin bijvoorbeeld staat nu rond de 39.000 euro, maar heeft ook al boven de 50.000 euro gestaan. Vorig jaar was dat nog 10.000 euro. Of de koers naar 100.000 euro gaat of naar 1.000 euro, is niet te voorspellen. Optimisten geloven in de kracht van de Bitcoin als een nog veel meer gebruikt betaalmiddel, waardoor de vraag toeneemt en de koers stijgt. Vooralsnog hebben ze het gelijk aan hun kant.

Kunnen we meer zeggen over de toekomst?

Een land als El Salvador wil de Bitcoin als wettig betaalmiddel toestaan. En grote bedrijven accepteren de Bitcoin als betaalmiddel. Pessimisten vinden dat de Bitcoin alleen lucht is en dat overheden met eigen antwoorden, eigen digitale munten, gaan komen, waardoor de Bitcoin overbodig zou worden.

Ga jij investeren in crypto?

Wie in cryptovaluta wil beleggen, kan dit dus rechtstreeks doen via een ‘wallet’. Hier is totaal geen financieel toezicht op. Beleggen in cryptovaluta kan ook op een gereguleerde beurs door trackers of ETF’s te kopen. Dat zijn in feite een soort beleggingsfondsen die onder normaal toezicht staan. Of je in aandelen, obligaties, goud, vastgoed of crypto’s belegt, maakt dan niet uit. Raak je hier een wachtwoord kwijt, dan zal dat minder erg zijn. De crypto’s zijn namelijk niet in je eigen bezit, want je hebt een beleggingsfonds.

De vraag is dan wel: is dit beleggen of speculeren? Een belegger investeert doorgaans voor de langere termijn en een speculant probeert juist in te spelen op de koersbewegingen om op korte termijn rendement te behalen. Naarmate de voorgeschotelde rendementsverwachting hoog is, is doorgaans ook het risico hoog.

Een gecertificeerd financieel planner helpt je graag te bepalen of beleggen in of speculeren met crypto’s geschikt is in jouw financiële situatie.

De laatste weken is er veel verschenen in de pers over een mogelijke beurscrash. Eens in de zoveel tijd is de beurs toe aan een correctie en soms is dat een crash. Wat moet je doen als je een beurscrash verwacht?

Wat is een correctie en wat is een crash?
Het is algemeen bekend dat een aandelenbeurs met haar koersen geen rechte lijn kent, de beurs heeft ups-and-downs. Een koersval van enkele procenten in een dag kan gemakkelijk gebeuren. Wie een aandelenportefeuille van 10.000 euro heeft, kan dus gemakkelijk zijn portefeuille honderden euro’s in waarde zien dalen. Dat is niet leuk, maar de wetmatigheid van de beurs laat zien dat dit vaak tijdelijk is.

De volgende dag of de volgende week kan dit ‘papieren verlies’ al weer zijn goed gemaakt. Hoewel iedereen hier een andere mening over kan hebben, is een gangbare benadering dat een val van maximaal 10% een correctie heet en dat een verlies van rond de 20% of 30% in een aantal dagen of weken een crash wordt genoemd.

Is de geschiedenis ook de toekomst?
De geschiedenis laat zien dat een beurscrash vaak samenvalt met een onverwachte gebeurtenis, een gebeurtenis die bijna niemand van tevoren heeft zien aankomen of heeft voorspeld. Deze gebeurtenissen hebben vaak een enorme impact op de wereld en zijn veelal schadelijk voor de welvaart. De huidige corona-crisis zou dus kunnen leiden tot een crash. Maar geschiedenis wil niet zeggen dat de toekomst er exact zo uitziet. Het is altijd weer net even anders.

Maar wat kan je doen als je toch een beurscrash verwacht? Kan je je hier wel tegen wapenen? Belangrijk is terug te gaan naar de basisvragen bij beleggen.

Past beleggen wel bij jou?
Allereerst, beleggen moet bij je passen. Zowel emotioneel als financieel. Als je wakker ligt van een mogelijke koersval en je leven wordt er door bepaald, is beleggen waarschijnlijk minder geschikt voor je. Heb je het geld meteen of op korte termijn nodig, ook dan: beleg niet. Beleggen is voor diegene die emotioneel kan overzien dat aandelenkoersen nu eenmaal fors kunnen bewegen en die het financieel aan kan een lange periode niet om te kijken naar zijn belegde vermogen.

Onderzoek van Fidelity
Fidelity, heel wat jaren geleden één van ’s werelds grootste beleggers, liet zien dat als je in 1980 10.000 Amerikaanse dollar had geïnvesteerd en je had nooit bijgekocht en nooit verkocht, je dan na veertig jaar ruim 697.000 Amerikaanse dollar aan waarde zou hebben gezien. Zou je ieder jaar wel hebben gekocht en verkocht en net de vijf beste beursdagen hebben gemist, dan zou dit bedrag slechts 432.000 dollar zijn geweest. En zou je de vijftig beste dagen hebben gemist (dan handel je zo’n beetje iedere week en ben je een erg actieve belegger) dan zou dit slechts 48.000 dollar zijn geweest na veertig jaar. En had je door heel veel te handelen en actief in en uit de markt te stappen bijna 650.000 dollar aan waarde hebben laten liggen.

Wat wil Fidelity ons met die cijfers vertellen?
Dat het belangrijk is dat je niet te veel handelt en niet teveel doet aan stockpicking (dit is het selecteren van aandelen waarvan een goed rendement wordt verwacht). Het is razend moeilijk om de juiste keuzes te maken. Dat geldt voor professionals, maar nog meer voor mensen die geen directe toegang tot informatie hebben en afhankelijk zijn van wat er in de pers verschijnt. De cijfers van Fidelity zijn dan ook gebaseerd op een hele index, namelijk de 500 aandelen die in Standard and Poor’s 500 zitten.

Daarmee zien we een tweede boodschap die heel belangrijk is: spreiding
Ook spreiding kan niet voorkomen dat je (tijdelijk) verlies lijdt. Markten als geheel gaan nu eenmaal omhoog en omlaag, over de hele breedte. Spreiding zorgt er wel voor dat je als belegger niet bent overgeleverd aan één of een paar bedrijven, met wie het misschien toevallig veel minder goed gaat dan het hele mandje van 500 bedrijven in dit geval.

De geschiedenis leert ons dat ‘timing’ structureel niet mogelijk is. Wie overweegt te beleggen of al in de markt zit, dient zich af te vragen wat voor belegger hij of zij is. Die keuze is het belangrijkste, een gecertificeerd financieel planner helpt bij het beantwoorden van die vraag. De vraag hoe te beleggen, wordt dan logischerwijs beantwoord na die basisvraag. En daar hoort dan weer veel marktinformatie bij. Want kennis is macht. Ook bij beleggen. Of er een beurscrash komt, is dan opeens niet meer zo relevant. Wel of beleggen bij je past en zo ja, hoe je dit het beste kunt inzetten voor je persoonlijke doelen. Interesse? Neem eens vrijblijvend contact op met een financieel adviseur.